DINL: regeerakkoord “schept hoop” voor digitale economie

DINL: regeerakkoord “schept hoop” voor digitale economie

De coalitiepartners PVV, VVD, NSC en BBB publiceerden donderdagnacht het langverwachte hoofdlijnenakkoord. Michiel Steltman, Managing Director bij Digital Infrastructure Association NL (DINL) is positief, hoewel veel afhankelijk is van de uitwerking.

Over de digitale aspecten van het coalitieakkoord hebben we gisteren al geschreven. We namen daarvoor contact op met Dimitri van Zantvliet, Cybersecurity Directeur bij de NS en voorzitter Dutch CISO Platform. Hij richtte zich daarbij op de aspecten die security raken. Met Steltman trekken we het wat breder en praten we over de belangen die voor de aan DINL betrokken partijen het relevantst zijn. Dat is ook een stukje security, maar kunnen we breder opvatten. Immers raakt digitalisering elk ministerie, elke portefeuille en elke burger.

Positief gestemd

“Wij zijn over het akkoord wel positief. De belangrijke randvoorwaarden voor een goed digitaal beleid staan erin.” Wel ziet Steltman nog veel beweegruimte, omdat het akkoord zoals gezegd slechts op hoofdlijnen is. Sommige zaken zullen dus wellicht niet helemaal naar wens verlopen, is de impliciete suggestie. Ons viel al op dat de formuleringen in het document van 26 pagina’s erg lijken op de vier verkiezingsprogramma’s, zonder echt concrete plannen.

Zo schenkt het akkoord aandacht aan de netcongestie, dat vanzelfsprekend zowel burgers als bedrijven raakt. Wie voorrang krijgt bij de stroomvoorziening, moet nog blijken. De “oplossingsrichting” van de nieuwe coalitie is desondanks duidelijk, aldus Steltman.

Het volgende kabinet opent tevens de deuren naar publiek-private coöperatie. De vier partijen PVV, VVD, NSC en BBB hopen allerlei complexe uitdagingen samen met bedrijven op te lossen. Steltman constateert dat de coalitie doorheeft dat de private sector cruciaal is voor maatschappelijke progressie. “Ook daar zijn we positief over, want samenwerkingen met het bedrijfsleven worden prominent genoemd. Weliswaar is dat niet specifiek genoemd in de context van de digitale sector, maar wel in het algemeen. Wij zien daar aanknopingspunten.”

Regionale belangen

Regionale belangen worden tevens benadrukt in het hoofdlijnenakkoord. Steltman erkent dat dit vermoedelijk in de eerste plaats geldt voor bijvoorbeeld pijnpunten omtrent migratie en landbouw, maar niets staat lokale ondersteuning voor digitale spelers in de weg. Het feit dat de Lelylijn als aansterking van de infrastructuur gerealiseerd wordt, hint daarom volgens Steltman naar “kansen op ontwikkeling van digitale clustering in de regio”. Immers gaat de ontwikkeling van ’traditionele’ infrastructuur hand in hand met het aanjagen van de digitale economie. Een werknemer van een techbedrijf moet vanzelfsprekend wel bij zijn of haar werk kunnen komen. Toch is dat evengoed een zaak voor gemeentes en provincies, weet Steltman. Dat liet de recente investering in Brainport Eindhoven al zien door de forse bijdrage van de gemeente aldaar.

Steltman geeft aan dat ook veel af zal hangen van de specifieke bewindspersonen. Een minister van Digitale Zaken komt niet ter sprake, maar dat is wellicht zo omdat de taak van een dergelijk ambt verdeeld wordt over élk ministerie. Tijdens het Debat over Digitalisering van Nieuwspoort vlak voor de verkiezingen eind vorig jaar was dit een veelbesproken kwestie. De vaste Commissie voor Digitale Zaken, evenals individuele ministeries, blijft gelden als belangrijk aanspreekpunt voor de partijen die DINL vertegenwoordigt. Zo ziet Steltman dat het ministerie van Justitie nog altijd een belangrijke partner heeft in de private sector om cyberdreigingen aan te pakken.

Aandachtspunten

Paragrafen die raken aan digitalisering, zoals stukken gericht op economisch beleid, veiligheid en de rol van de overheid richting de burger, stemmen Steltman tevreden. Ze leveren volgens hem “geen trendbreuken” op voor de al bestaande plannen omtrent digitalisering. Zo is InvestNL een aanjager voor investeringen in techbedrijven, wordt er gewerkt aan sterkere cybermaatregelen en is er ruimte om de techsector binnen Nederland regionaal te stimuleren.

Desgevraagd noemt Steltman nog een aantal zaken die bij de concrete uitwerking van de coalitie belangrijk zijn. DINL pleit voor de aanleg van meer zeekabels voor internationale connectiviteit, een Nederlands AI-cluster en digitale soevereiniteit. “Als je digitale soevereiniteit wilt, moet je daar logischerwijs ook de voorzieningen voor bouwen.” Kortom: er is werk aan de winkel, maar wat de ontwikkeling van de digitale economie betreft wijzen de neuzen van de coalitie en DINL dezelfde kant op.

Lees ook: Prins Constantijn: ‘Investeringsmotor Nederlandse tech hapert’