Haven Rotterdam gebruikt IoT en AI voor sneller transport

Haven Rotterdam gebruikt IoT en AI  voor sneller transport

De haven van Rotterdam is van plan om de komende jaren het Internet of Things meer in te zetten. Dit moet niet alleen leiden tot het sneller vervoeren van vrachtverkeer, maar ook tot het besparen van geld en het optimaliseren van activiteiten. Hierbij maakt de haven gebruik van sensoren, IBM dashboard voor verkeersmanagement en on-demand 3D metaal printen.

Bij de meerjarige inspanning wordt er gekozen voor meerdere technologieën en diensten van Cisco, IBM en Axians. Er ontstaat een digitale versie van de haven om bepaalde zaken bij te houden, zoals schepen die zich verplaatsen, de infrastructuur, weer, geografische- en waterdata. Het is deze digitale replica die moet zorgen voor verbeterde efficiëntie.

Verschillende onderdelen

Een reeks IoT-sensoren en kunstmatige intelligentie (AI)-tools gebruikt weer-, water- en communicatiedata. Dit leidt specifiek tot het beter plannen van de wachttijd van een schip en de beste tijd om naar de haven te komen. Het eerder genoemde 3D metaal printen vindt plaats op de scheepswerven. Ook hierbij wordt er gebruikgemaakt van sensoren om onderdelen als een scheepsschroef te maken, zodat de wachttijd voor onderdelen afneemt.

Het analytics dashboard via IBM zal data verzamelen van meerdere partijen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de terminal operator of de kapitein van een schip. IBM stelt dat verkeersmanagement geldbesparing op kan leveren door de tijd voor het aanleggen van schepen te verminderen. Een uur aanmeertijd kost een scheepsvaartbedrijf ongeveer 80.000 dollar (64.000 euro), zo weet ZDNet.

Ambitie

Om de ambities te realiseren trekt de haven van Rotterdam de komende jaren tientallen miljoenen euro’s uit. Er wordt gestreefd naar het zijn van de slimste haven ter wereld. Dit betekent bijvoorbeeld ook een slimme infrastructuur voor autonome scheepvaart. Voorlopig is autonome scheepvaart echter nog niet realiteit. De eerste schepen die autonoom kunnen varen worden over zo’n tien jaar verwacht.