Intel is niet veroordeeld voor antitrustpraktijken door het Europees Hof van Justitie. Er zijn fouten gemaakt bij het verzamelen van het bewijs, waardoor het bedrijf een boete tot 1,06 miljard euro ontloopt.
Er is een definitief einde gekomen aan de antitrustzaak tussen Intel en de Europese Commissie uit 2009. De zaak handelde over betalingen die Intel maakte aan verschillende laptopfabrikanten om de eigen chips in de producten te krijgen. Onder meer Dell, HP en Lenovo zouden deze betalingen hebben ontvangen. Het geld kwam op voorwaarde dat het aanbod toestellen met concurrerende chips beperkt zou zijn, of pas later op de markt zou verschijnen.
“Het Hof van Justitie verwerpt het beroep van de Commissie en bevestigt daarmee het arrest van het Gerecht”, werd recent door het Hof uitgesproken. De zaak werd door het hoogste gerechtsgebouw uit Europa uitgesproken, nadat alle andere opties reeds werden doorlopen.
Fouten in test
De reden dat Intel onder een boete uitkomt is een foute testprocedure. De Commissie zou de AEC-test verkeerd hebben toegepast. Op basis van deze test kan worden bekeken hoe schadelijk bepaalde praktijken zijn voor het concurrentievermogen in die markt. Deze test wordt vaker door de Commissie ingezet als graadmeter, waardoor de kans zeer groot wordt dat de test al vaker verkeerd is gebruikt. Het is afwachten wat de gevolgen zijn van deze uitspraak op nog lopende antitrustzaken.
Lees ook: Nee, Qualcomm gaat Intel niet overnemen