2min

Tags in dit artikel

, ,

Het CBS constateert op basis van onderzoek naar de periode 2001 tot 2015 dat de ICT-werkgelegenheid gegroeid is in bedrijfstakken die niet sterk leunen op ICT. Sectoren die het CBS als ICT-intensief definieert, kenden juist een kleine daling in werkgelegenheid.

Dit meldt het onderzoeksbureau op basis van een uitgebreid onderzoek naar deze periode. Het Centraal Bureau voor de Statistiek definieert een branche als ICT-intensief, indien de kosten van de inzet van ICT meer dan 3 procent uitmaken van de productiekosten. In die sectoren daalde de werkgelegenheid met 1,3 procent. In bedrijfstakken die juist minder sterk op ICT steunden, groeide de werkgelegenheid met 5,6 procent.

Tegelijkertijd namen ook de investeringen in ICT flink toe. Bedrijven investeerden twee keer zoveel in computer- en telecommunicatieapparatuur en 80 procent meer in software. ICT-investeringen zijn aantrekkelijker geworden door de dalende kosten van bijvoorbeeld apparatuur.

Het CBS koppelt de daling van werkgelegenheid in ICT-intensieve branches aan krimp in die sectoren. Zo was er krimp te zien in de financiële sector en de groot- en detailhandel. Bedrijven die bijvoorbeeld actief zijn in de zorg, en dus ICT-luw, zagen in de afgelopen vijftien jaar juist een flinke groei van de werkgelegenheid.

Waar de werkgelegenheid daalde, bleven de beloningen van arbeid in ICT-intensieve sectoren de afgelopen jaren relatief gelijk ten opzichte van andere sectoren. In 2015 was de beloning per gewerkt uur gemiddeld 33 euro, terwijl dat in ICT-luwe branches zo’n 28 euro was.

Wellicht valt die hogere beloning te koppelen aan productiviteit, want in de ICT-intensieve branches is er sprake van een hogere
productiviteit. De productiviteit in ICT-intensieve bedrijfstakken groeide 21,3 procent, tegen 6,5 procent in bedrijfstakken die minder gebruikmaken van computertechnologie.

Tot slot schrijft het CBS in zijn rapport nog dat de groep van bedrijven die zich bezighouden met de productie van ICT-goederen en -diensten, goed is voor 3 procent van de werkgelegenheid. Dat is over de periode van 2001 tot 2015 een toename van 6,8 procent. De gemiddelde arbeidsproductiviteit nam met 61 procent toe en de beloningen ook, naar 40 euro per uur.