Een pilot van VGZ moet laten zien of een AI-tool de eerste triage van huisartspatiënten kunnen uitvoeren. Daarmee hoopt de zorgverzekeraar de druk op huisartsenposten te kunnen verkleinen.
VGZ heeft de pilot samen met de organisatie Huisartsen van Nederland opgezet. Aan deze proef doen 14 huisartsenpraktijken mee. Het hoofddoel is om te bepalen of AI kan bijdragen aan de eerste triage van patiënten. Daarbij worden aanvragen beoordeeld en gerangschikt op verschillende niveau’s.
De software in kwestie is Klinik Access, een oplossing van Klinik Healthcare Solutions. Het is een van origine Fins bedrijf dat inmiddels is uitgebreid naar het Verenigd Koninkrijk, Portugal en Nederland. Het zogeheten Total Triage System van deze partij ziet er als volgt uit:
Werkzaamheid
Het precieze stappenplan van het proces in de pilot is iets complexer dan Klinik Access hier weergeeft. Eerst vult een patiënt een vragenlijst in om de zorgvraag te duiden. Dit gebeurt met hulp van de Klinik Access-software. Vervolgens wordt een AI-geassisteerde samenvatting en differentiaaldiagnose gegeven aan de huisartsassistent. Deze persoon bepaalt de vervolgstap op basis van deze informatie.
Er volgt daarbij hoe dan ook een antwoord vanuit de huisartsenpraktijk zelf, dus het contact met de patiënt blijft ook bij deze toepassing voortbestaan. De AI-functionaliteit wordt dus niet direct vertrouwd met een definitief besluit, gezien de testfase waarin de technologie zich bevindt.
Sneller, maar ook beter?
Volgens huisarts Charlotte van Sassen is de potentie voor een dergelijke oplossing groot. Na aanpassingen aan Klinik Access zou de applicatie geschikt moeten zijn voor Nederlandse huisartsenposten. “Ik zocht een oplossing voor iedereen: meer tijd voor de kerntaken van praktijkmedewerkers, hun capaciteiten en ambities meer benutten én een betere bereikbaarheid en (zorg)kwaliteit voor patiënten.”
Wel zijn er valkuilen. Zo is uit reacties op bijvoorbeeld Security.NL veel scepsis op te maken, waarbij het vooruitzicht van beoordelingsfouten meermaals voorbijkomt. Ook roept de inzet van AI vragen op over de omgang met dataprivacy. Wel is de potentie van de technologie groot, zeker omdat de huidige gezondheidszorg sterk onder druk staat. Eerdere initiatieven om zelfhulp aan te jagen zoals Thuisarts.nl lijken niet de drukverlichting te bewerkstelligen die nodig is.
Hoe dan ook heeft de AI-inzet veel te bewijzen. Van Sassen vindt dat er een gulden middenweg te bewandelen is tussen volledig menselijke hulp en een volledig gedigitaliseerde zorg. “Nieuwe technologieën ondersteunen [de zorgkwaliteit], mits je ze op de juiste manier inzet en toepast. Dat betekent in de praktijk een hybridemodel tussen techniek en personeel, waarbij ons systeem de medewerker ondersteunt en tijd bespaart. Maar de medewerker neemt altijd de eindbeslissing en niet de computer.”
Andere AI-initiatieven
Het UMC Groningen (UMCG) liet eind vorig jaar al weten AI in te zetten. Daarbij ging het om een chatbot die vragen van patiënten kon beantwoorden, waardoor de administratieve druk op zorgmedewerkers zou moeten afnemen. Ook destijds bleven professionals voorzichtig over de aard van de AI-inzet. CIMO van het UMCG en KNO-arts Tom van der Laan stelde dat zorg “mensenwerk” blijft. “Kunstmatige intelligentie kan het werk ondersteunen en makkelijker maken, maar zorgprofessionals zijn voorlopig onvervangbaar in de zorg.”
Tip: Gronings ziekenhuis zet AI-chatbot in om patiëntenvragen te beantwoorden