Om middernacht moeten de gatekeepers in orde zijn voor de Digital Markets Act (DMA). Alleen blijkt de wetgeving nog niet perfect, of toch niet perfect te worden uitgevoerd. Big Tech probeert op sluwe wijzen onder de regels uit te komen. Wat is er allemaal mis?
De DMA geldt binnenkort voor de eerder aangeduide gatekeepers. Dat zijn: Alphabet, het bedrijf achter Google, Amazon, Apple, ByteDance, het bedrijf achter TikTok, Meta en Microsoft. Van alle bedrijven is ondertussen bekend welke wijzigingen er worden doorgevoerd. De wet blijkt uit de aankomende wijzigingen door Big Tech alvast geen oplossing voor alle problemen te zijn. De gatekeepers springen creatief om met de regels, in een poging te voorkomen dat ze zelf op enige wijze verlies lijden.
De regels omvatten zaken als de verplichting om interoperabel te zijn en meer oog te hebben voor privacy van gebruikers. Eigen producten en diensten mogen ook niet langer worden voorgetrokken op die van de concurrentie door bijvoorbeeld opdringerige pushmeldingen. Appwinkels van Apple en Google mogen bijvoorbeeld geen alleenrecht meer hebben op het aanbieden van een appwinkel. Aankopen in een app moeten voortaan ook via andere betalingsmogelijkheden kunnen dan die Google en Apple aanbieden via hun appwinkels.
Ontwikkelaars blijven Apple betalen
Apple kwam als eerste houder van een appwinkel met een overzicht van de aankomende wijzigingen. Daarin hanteerde het een merkwaardige regel om de veiligheid van de Apple-software te blijven waarborgen. Het blokkeert namelijk zogenoemde ‘progressieve webapplicaties’ of PWA’s vanaf iOS 17.4. Deze applicaties omzeilen de App Store van het bedrijf en bieden direct toegang tot een webversie van de applicatie.
Het bedrijf zegt dat de aanpassing nodig is om eindgebruikers van alternatieve browsers beveiligingsproblemen te besparen. Apple verliest door de DMA namelijk ook het recht om de eigen webbrowser, Safari, als enige optie aan Apple-gebruikers aan te bieden. Apple zou voor webapplicaties dus volledige controle verliezen doordat ze via een alternatieve appwinkel worden geopend en via een alternatieve webbrowser draaien. Apple’s beveiligingsoplossingen dragen daardoor niets meer voor de Apple-gebruiker bij en dus kiest het bedrijf voor een verbod te gaan.
Bovendien werd het duidelijk dat Apple de DMA niet aan zijn inkomsten zou laten komen. De App Store was altijd een gesloten ecosysteem, waar ontwikkelaars een deel van de inkomsten voor in-app aankopen dienden af te staan. Daar komt nu verandering in: gebruikers moeten applicaties kunnen sideloaden en ontwikkelaars mogen alternatieve betalingssystemen dan die van Google en Apple aanbieden aan app-gebruikers. Sideloaden verwijst naar het installeren van een app vanuit een andere locatie dan de officiële appwinkel. Zodat Apple zijn inkomsten niet verliest, verplicht het ontwikkelaars tot een jaarlijkse betaling van 50 cent per geïnstalleerde app op een Apple-apparaat. Deze betaling geldt wanneer de app een betalingssysteem aanbiedt dat niet van Apple is.
Een mogelijke verklaring voor de blokkering op webapplicaties ligt eveneens in dit financiële aspect. Want als het bedrijf alle controle verliest bij een Apple-gebruiker die een webapplicatie opent, dan loopt het bedrijf ook zijn commissie mis.
Lees ook: Apple misbruikt EU-regels om concurrentie te dwarsbomen
Apple verbant critici
Epic Games, de ontwikkelaar van het populaire videospel Fortnite, kaarte enkele jaren geleden al aan dat alternatieve betalingssystemen voor in-app aankopen niet toegelaten waren bij Apple en Google. De game-developer bood voor korte tijd een eigen betalingssysteem aan voor mobiele spelers van Fortnite. Dat bleek tegen de regels van de appwinkels in te gaan, waarna Fortnite prompt uit de appwinkels verdween.
Een resolute oplossing voor dit probleem is er nog niet, nu blijkt dat Apple en Google ontwikkelaars kosten doorberekenen voor het laten sideloaden van apps. Epic Games uitte alweer felle kritiek op dit beleid, maar koos er toch voor een eigen appwinkel aan te gaan bieden. Apple blijkt die plannen nu echter te dwarsbomen. De App Store-aanbieder kiest ervoor om critici de mond te snoeren door ze geen toegang te geven tot Apple-software. Het account van de game-developer werd na een handmatige controle van het platform verwijderd.
Apple reageerde tegenover Ars Technica op de feiten: “Epic’s grove schending van zijn contractuele verplichtingen jegens Apple heeft ertoe geleid dat rechtbanken hebben bepaald dat Apple het recht heeft om op elk gewenst moment en naar eigen goeddunken van Apple ‘een of alle volledige dochterondernemingen, gelieerde ondernemingen en/of andere entiteiten van Epic Games’ te beëindigen. In het licht van het verleden en het voortdurende gedrag van Epic heeft Apple ervoor gekozen om dat recht uit te oefenen.”
Google volgt het voorbeeld
Google heeft duidelijk ook wat geleerd vanuit de aanpak die Apple hanteert voor app-ontwikkelaars die hun producten aanbieden buiten de App Store. Deze ontwikkelaars vallen bij Google onder het External Offers-programma. Voor dat programma hanteert Google twee vergoedingen: een soort welkomstaanbod voor gebruikers die de app nog geen twee jaar hebben. Na de periode van twee jaar wordt de vergoeding duurder. De vergoeding voor in-app aankopen loopt dan op van tien procent naar zeventien procent. Voor abonnementen op een applicatie, zal een ontwikkelaar de eerste twee jaren vijf procent van de inkomsten moeten afgeven en daarna loopt dit op tot zeven procent.
Na het welkomstaanbod van twee jaar te doorstaan, mogen ontwikkelaars zich uitschrijven. Dat betekent dat er geen geld meer naar Google gaat. Voor Google is dat natuurlijk geen interessante optie. Daarom wordt het ontwikkelaars in de praktijk moeilijk gemaakt om onder de kosten uit te komen. Google stelt namelijk dat de ontwikkelaar toestemming nodig heeft van de app-gebruiker om zijn app volledig los te koppelen. De toestemming van de gebruiker is nodig omdat deze hierbij Google-diensten verliest. Het gaat dan om onder andere beveiligingscans, fraudepreventie en continue app-updates.
Eerder deze week communiceerde Google welke wijzingen het doorvoert om te voldoen aan de DMA. Het bedrijf stelde toen dat het voor ontwikkelaars al was toegestaan om Android-gebruikers applicaties te laten sideloaden. De nieuwe prijsstrategie maakte het daarbij nog niet bekend, maar werd later gedeeld in de Play Console Help-pagina.
Gebruikers betalen voor privacy
Niet alleen bij de appwinkels lopen er zaken mis. Bij Meta ligt het ‘pay or okay’-model onder vuur. Dat verwijst naar de nieuwe abonnementen van Meta waar gebruikers moeten betalen om geen advertenties te zien op de social mediaplatformen Instagram en Facebook. Dat abonnement waarborgt tegelijk de privacy van deze gebruikers, want hun gegevens worden niet verzameld voor advertentiedoeleinden.
Op welke manier de nieuwe wetgeving hiermee omgaat, is onduidelijk. Gatekeepers moeten de toestemming van gebruikers vragen of hun opties geven toestemming te weigeren. Daar voldoet Meta aan, want er is een optie voor gebruikers om geen toestemming te geven door te betalen.
Tip! Een verdere analyse over de abonnementen van Meta in de context van de Europese regelgeving, schreven we in dit artikel: Facebook en Instagram reclamevrij voor wie betaalt: creatief inspelen op de wet?
Microsoft blijft software opdringen
Voor Microsoft gelden de regels nog niet op Copilot. Voorlopig zit de chatbot nog niet in de regels omdat het slechts als preview is uitgebracht in de EU. Dat terwijl Microsoft wel al nadenkt over manieren om de chatbot op te dringen aan gebruikers. Het is daarvoor van plan om Copilot te integreren in het toetsenbord op Windows-toestellen.
Deze bundelingspraktijken zijn verboden binnen de DMA. Zolang Copilot daar echter geen onderdeel van is, lijkt Microsoft te kunnen doorzetten met het plan. Zolang moeten de wetgevers machteloos toekijken. Bovendien is het niet zeker dat Copilot in de toekomst aan de wetten van de DMA moet voldoen. Het bedrijf Microsoft is dan wel aangeduid als gatekeeper, maar daarom geldt de wetgeving niet per definitie voor alle producten en diensten van de gatekeeper. Bing, Edge en Microsoft Advertising kregen van de Europese Commissie recent een uitzondering op de DMA. De zoekmachine van het bedrijf kreeg bijvoorbeeld een uitzondering omdat het slechts een klein marktaandeel bezit tegenover concurrent Google Search.
Lees ook: Waarom blijft Microsoft de grens opzoeken met opdringen software?
Teveel achterdeurtjes bij DMA
De DMA is dus duidelijk een wet die op papier de machtspositie van Big Tech onder handen neemt, maar in de praktijk te veel haken en ogen heeft. Grote bedrijven beschikken over meer dan voldoende financiële middelen om een groot aantal advocaten naar de hiaten in de wet te laten speuren.
Bovendien zijn deze bedrijven door hun verworven machtspositie niet bang om deze hiaten ook actief te benutten. In het voorbeeld van de appwinkels van Google en Apple is het bijvoorbeeld zo dat ontwikkelaars die niet betalen geen apps kunnen uitbrengen, doordat de bedrijven ook de touwtjes in handen hebben voor de besturingssystemen van alle smartphones. Door Epic Games dan nog uit de software van Apple te sluiten, geeft het bedrijf een duidelijk signaal aan critici.
Gebruikers die niet betalen willen betalen aan Meta, maar toch hun privacy willen waarborgen, zijn gedwongen de social mediaplatformen van Meta niet meer te gebruiken. In de realiteit weet Meta dat maar een klein aantal gebruikers die resolute maatregel neemt, terwijl de meerderheid van de gebruikers te graag tijd doodt op de platformen.