De IT-industrie ontwikkelt snel. Oudere bedrijven hebben moeite om deze ontwikkelingen bij te benen. Of toch niet? SAS wil het tegendeel bewijzen en zet de 48 jaar dat het bedrijf bestaat expliciet in als pluspunt. Is dat krampachtig proberen om relevant te blijven of heeft het bedrijf een goed punt?
Oudere bedrijven in de IT-industrie krijgen nogal eens de nodige hoon over zich heen als ze proberen om mee te gaan met de ontwikkelingen in de markt. Als er weer eens een nieuwe speler opstaat in een bepaald domein, moeten de gevestigde spelers mee. Het verhaal is dan altijd dat niemand een ‘nieuwe Kodak’ wil zijn. Dus wordt er veel geïnvesteerd door oudere IT-bedrijven om dit niet te laten gebeuren.
We zijn niet zo’n liefhebber van de trend om oude IT-bedrijven meteen maar af te schrijven als er iets nieuws voorbijkomt. Die oude bedrijven bestaan niet voor niets al heel lang. Die hebben iets heel erg goed gedaan. Veel andere bedrijven die tegelijkertijd zijn opgericht, bestaan immers al niet meer. Het is eigenlijk ook een beetje respectloos om bij de opkomst van een nieuwe technologie meteen maar de oude bedrijven af te schrijven. Die hebben in het verleden echt al wel vaker met dit bijltje gehakt.
Er zijn voorbeelden te over van bedrijven die in hun bestaan al meerdere keren goed zijn meegegaan met de trends in de markt. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijf zoals NetApp. Dat heeft zich in de afgelopen ruim 30 jaar al meerdere keren opnieuw moeten uitvinden (en dit ook succesvol gedaan heeft). Zelfs in de iets kortere periode dat Nutanix bestaat, is het in wezen al drie keer opnieuw begonnen, met succes. En dan zijn er nog bedrijven zoals IBM en HP/HPE. Die zijn opgesplitst om mee te kunnen met veranderende tijden. Het idee hierachter is dat de kleinere bedrijfsonderdelen dan sneller kunnen innoveren.
SAS is trots op de relatief hoge leeftijd
Tijdens SAS Innovate, dat recent plaatsvond in Las Vegas, viel ons op dat woordvoerders van het bedrijf het in keynotes en interviews vaak hadden over het feit dat SAS inmiddels 47 jaar oud is. Inmiddels is dat per 1 juli 2024 al 48 jaar. Dat is zonder meer een zeer respectabele leeftijd in de IT-industrie. Het voelde als afgesproken werk dat het zo vaak werd benoemd. SAS wil hier duidelijk een boodschap mee de wereld in krijgen. Dat kan niet anders. Dus we zijn eens wat vragen gaan stellen hierover tijdens het evenement.
Als we CTO Bryan Harris vragen over de plus- en minpunten van de leeftijd van SAS, geeft hij aan dat SAS zich “altijd wil herintroduceren bij klanten”. Daarmee geeft hij aan dat de leeftijd van 47/48 jaar tot op zekere hoogte maar betrekkelijk is. Een klant die al een bepaald onderdeel van het SAS-portfolio afneemt, kan natuurlijk prima met iets compleet nieuws benaderd worden alsof ze voor het eerst kennismaken met SAS. Dat is in het geval van het nieuwe aanbod waar SAS dan mee aankomt ook zo natuurlijk. Er zijn delen van de stack van SAS die net zo jong zijn als het aanbod van een start-up, bijvoorbeeld.
Bovenstaande gesprekken zijn in principe de ‘eenvoudige’ salespitches. Het is immers een greenfield-omgeving voor SAS. Denk hierbij aan Data Maker, maar ook aan nieuwe klanten die binnenkomen op het Viya-platform. De grote uitdaging voor SAS zit natuurlijk vooral in het opzetten van een evergreen-business. Dat geeft Harris ook aan als hij stelt dat het de bedoeling is om zoveel mogelijk klanten op de laatste release te krijgen. Viya speelt hierin vanzelfsprekend een belangrijke rol. Iedereen van SAS 9 naar Viya overzetten is niet realistisch (en in sommige gevallen ook helemaal niet wenselijk), maar het streven is wel om dit voor zoveel mogelijk klanten te doen. Daar helpt de huidige hausse rondom AI natuurlijk ook bij. “Als wij onze data- en AI-lifecycle aan klanten presenteren, blazen we ze compleet weg”, volgens Harris.
Waar komt de groei vandaan voor SAS?
De echte spectaculaire groei voor SAS ziet Harris niet komen van de traditionele tooling die het aanbiedt. Het zijn vooral de oplossingen zoals Data Maker en de nieuwe kant-en-klare modellen per use-case/sector waar hij veel van verwacht. Dat geeft Udo Sglavo, VP of Applied AI & Modeling R&D bij SAS, ook aan als we hem enkele vragen kunnen stellen. Hij geeft echter ook meteen een argument waarom bij de modellen (waarover je meer kunt lezen in via de link hieronder) de leeftijd van SAS juist een groot voordeel is. “Dit is geen startup-onderwerp. Die mogen wellicht de technologie hebben, maar die hebben niet de expertise om het daadwerkelijk te maken”, is hij van mening. SAS heeft al veel meer ervaring op dit vlak en kan deze nu goed inzetten.
Lees ook: SAS wil toegang tot AI-modellen zo laagdrempelig mogelijk maken
Tot slot komt Jared Peterson aan het woord, SVP Engineering bij SAS. Die geeft meteen aan dat het up-to-date houden van de niet-evergreen onderdelen van SAS zonder meer een grote uitdaging is. Hij noemt als voorbeeld hoe SAS de rijke eigen ontwikkeltaal moet kunnen combineren met de veranderende wereld eromheen. Specifiek heeft hij het in dit opzicht over de huidige relevantie van Python en R. “Hoe reageer je daarop?”, vraagt hij enigszins retorisch. SAS moet erop reageren en doet dat ook, anders verlies je inderdaad relevantie. Vanuit R&D betekent dit dat er een duidelijke push is om SAS 9-klanten richting Viya te krijgen. Daarmee kan SAS als geheel veel beter inspelen op veranderingen. Dit betekent echter niet dat er niet meer wordt geïnvesteerd in SAS 9. Wel is het zo dat er een afgescheiden divisie omheen is gebouwd.
Dat laatste is zonder twijfel de grootste uitdaging die SAS heeft. Het bedrijf investeert op minimaal vier gebieden. Het investeert allereerst veel in Viya, onder andere met het naar eigen zeggen zeer populaire Viya Workbench. Dat is immers de toekomst van het analytics- (en AI-)platform van SAS. Daarnaast investeert het ook nog altijd in SAS 9, omdat het daar nog behoorlijk wat klanten op heeft. Vervolgens investeert het veel in de migratie van de ene naar de andere omgeving. Tot slot zijn er nog de investeringen zoals die in SaaS-tools als Data Maker en de modellen waar Sglavo verantwoordelijk voor is. Dat gaat ook met een miljard dollar in een jaar, dus ook daar geeft SAS veel gas op.
2024 is een goed jaar voor SAS
Al met al krijgen wij het idee dat er een heel duidelijke visie bij SAS is om mee te ontwikkelen met de markt. Het bedrijf probeert in ieder geval niet ten koste van alles vast te blijven houden aan de oudere onderdelen van het platform om daar zolang mogelijk zoveel mogelijk omzet uit te halen. De uitdaging voor SAS om zoveel mogelijk richting evergreen te bewegen is zonder meer groot, maar het is mogelijk om het te doen. Dat hebben we bijvoorbeeld bij IFS gezien. Dat bedrijf zat ook met veel klanten op het oude platform, maar heeft velen ervan inmiddels op het nieuwe cloudplatform gezet. Iets soortgelijks zien we ook wel gebeuren bij SAS. Viya is nu al 25 procent van de omzet. De verwachting is dat dit snel zal blijven groeien, onder impulsen van de continue vernieuwingen in het aanbod.
De reden dat we denken dat SAS gaat slagen in de opzet om zoveel mogelijk klanten naar Viya te krijgen is dat het de prioriteiten goed op orde lijkt te hebben. Met name het lanceren van veel nieuwe groeiproducten en -diensten is een goed teken wat dat betreft. Het feit dat SAS al 48 jaar winstgevend is, zoals Harris in gesprek met ons fijntjes benadrukt, helpt hier ook bij. Wel is het de vraag hoe een en ander zal gaan zodra de voorgenomen beursgang achter de rug is. Dan gaan er toch ook vaak andere belangen spelen.
2024 kan zeker een goed jaar voor SAS worden, omdat de hype rondom AI ten opzichte van vorig jaar is gaan liggen. “Dat maakt ons AI-verhaal dit jaar veel beter dan vorig jaar”, geeft Harris aan. Dat heeft er voornamelijk mee te maken dat SAS het op een pragmatische manier aanpakt. Dat moet ook wel, omdat SAS geen pure GenAI-speler is, maar vanuit de klassieke AI-hoek binnenkomt.
“Veel bedrijven realiseerden doorbraken waarvan ze niet wisten wat deze betekenden voor organisaties”, volgens Harris. Dat zal SAS niet gebeuren, wil hij ermee zeggen. Deels omdat dit niet is waar SAS de meerwaarde van AI ziet, maar ook zeker omdat het bedrijf het klappen van de zweep goed kent en weet dat een pragmatische benadering ze veel verder zal brengen. Dat kan het ook weten dankzij de jarenlange ervaring die het heeft als bedrijf. Daarmee past het uitstekend in de tendens van 2024, waarin pragmatische AI-toepassingen het lijken te winnen van de luchtkastelen die we vorig jaar nog te vaak tegenkwamen.