Of het nu gaat om lucratieve cloud-deals, de grootschalige bouw van datacenters of storingen die hele sectoren lamleggen, de alomtegenwoordigheid van (vooral) Amerikaanse techbedrijven in het Europese IT-landschap toont steeds meer de dringende behoefte aan stevig tegenwicht op het continent. Al was het maar om te voorkomen dat overzeese techreuzen zich een weg naar totale marktdominantie kopen, verleiden of dreigen.
Neem de recent afgesloten zaak over het voortrekken van de eigen diensten door Microsoft op het cloudplatform Azure. Verschillende grote, Amerikaanse hyperscalers hebben hierover elkaar en Europese bedrijven twee jaar lang bevochten.
Waar het om ging: de diensten van Microsoft waren op het eigen platform Azure net even aantrekkelijker geprijsd dan op bijvoorbeeld AWS en Google Cloud Platform. Ze waren daar weliswaar óók beschikbaar, maar duurder. De boodschap voor gebruikers: als je niet te veel wilt betalen voor de veelgebruikte Microsoft-suite, moet je eigenlijk op Azure zijn.
Oneerlijk, vond een consortium van Europese cloudspelers. De diensten van Microsoft zouden overal even duur moeten zijn, ongeacht het platform waar het op draait. Deze zaak was al in 2022 aanhangig gemaakt bij de antitrust-regelgevers van de EU.
Wapperen met euro’s
Redelijk plotseling heeft de groep cloudbedrijven echter een overeenkomst met Microsoft gesloten om de zaak te laten rusten. Zogezegd omdat Microsoft een geldelijke bijdrage van tussen de 10 en 30 miljoen euro en soepele voorwaarden in het vooruitzicht stelde voor het gebruik van diens software in lokale cloudinfrastructuren.
Tip: Microsoft bereikt deal met Europese cloudspelers over voortrekken Azure
Misschien nog wel belangrijker, zo bleek een paar dagen later, was dat Microsoft voorstelde om twee jaar de andere kant op te kijken wat betreft softwarelicenties. Dat is niet per se uit de goedheid van het hart gedaan: Google wapperde met 470 miljoen euro om de rechtszaak juist dóór te zetten.
Het is voorstelbaar dat Microsoft de cloudinfrastructuren van de verschillende bedrijven bekeek en tegen hen zei: “Mooie omgevingen heb je hier. Het zou jammer zijn als we daar een uitgebreide software-audit op zouden loslaten om te controleren of alles wel netjes via officiële kanalen is gekocht.” Hoe het ook zij: de cloudspelers gingen akkoord met het voorstel van Microsoft.
De groep cloudaanbieders is verenigd onder een paraplu genaamd CISPE (Cloud Infrastructure Providers in Europe), met volgens de website 35 volledige leden en drie ‘adherent members’ waaronder de Dutch Cloud Community. Opvallend is dat het Amerikaanse AWS eveneens volledig lid is en op de site van CISPE een prominente plek heeft onder het kopje ‘Members’.
Net even groter dan de rest
Het is wellicht toeval, maar de wijze waarop het lijstje met logo’s van deelnemers is opgemaakt, doet haast denken dat AWS op z’n minst een dominante positie inneemt in het geheel: bovenaan in het midden, logo net iets groter dan de rest.
Saillant is verder dat Microsoft in de loop van bovengenoemde ruim twee jaar durende zaak besloot om AWS-gebruikers vrij te stellen van extra kosten voor het gebruik van diens software. Amerikaans handjeklap achter de rug om van veel kleinere Europese concurrenten, die financiële argumenten en een geraffineerd geformuleerd dreigement zwaarder lijken te wegen dan hun eigen principes. Het zijn ook maar mensen.
Wat deze zaak duidelijk maakt, is dat grote Amerikaanse bedrijven linksom of rechtsom een enorme invloed uitoefenen op het digitale landschap van Europa. Niet alleen door hun controle over de markt –ze bieden nu eenmaal diensten aan die veel mensen en bedrijven graag gebruiken–, maar ook door het inzetten van wetten en regelgeving die juist bedoeld is om hun macht te beteugelen.
Bedrijven waar niemand omheen kan
Regelgeving als de Digital Markets Act (DMA) van de Europese Commissie moet ervoor zorgen dat geen enkele partij (of ze nu Amerikaans zijn of niet) een al te dominante positie verwerft, naast het bieden van consumentenbescherming. De wet richt zich met name op een zestal bedrijven wier diensten zó onontkoombaar zijn, dat voor hen speciale regels moeten gelden. Op één bedrijf na (het Chinese Bytedance, vooral bekend van de korte filmpjes-app TikTok) zijn deze zogenaamde ‘gatekeepers’ allemaal Amerikaans: Alphabet (Google), Amazon, Apple, Meta en Microsoft.
Dat andere Brusselse wettenpakket, de DSA (Digital Services Act), gaat met name over illegale content en geldt voor meer bedrijven en diensten. Het richt zich naast usual suspects als Amazon, LinkedIn, Facebook en diverse Google-diensten onder andere ook op AliExpress (China), Booking.com (Nederland) en Zalando (Duitsland).
Maar of het nu om de DMA of de DSA gaat, de grootste bedrijven grijpen dergelijke wetgeving gretig aan om elkáár het leven zuur te maken. Daarbij voegen ze zich bij allerhande EU-beleidsmakers én Europese IT-spelers, die de wetgeving als onderdeel gebruiken van hun concurrentiestrategie. De bedrijven bevechten elkaar niet alleen op de vrije markt, maar net zo goed via de rechtbank, evenals EU-wetgevers.
Eigen diensten voortrekken
Zoals in het geval van Meta en ByteDance die vinden dat X en Amazon een te lage toezichtsvergoeding betaalden die met dit wettenpakket gepaard gaat. Verder loopt er onder de vlag van de DMA een onderzoek naar Google, ingesteld door de Europese Commissie zelf, omdat het bedrijf de eigen diensten zou voortrekken in de eigen Play Store (en dus andere, concurrerende diensten naar beneden drukt).
Voordat er überhaupt sprake was van een DMA of DSA, liep er al een zaak tegen Microsoft over de verregaande mate waarin het de eigen producten integreerde in de eigen platformen en daarmee in feite concurrentie bij voorbaat buitenspel zette. Die zaak was door Europese spelers OVHcloud en Nextcloud aangespannen.
En vergeet de al in 2020 ingezette antitrustzaak tegen Microsoft niet, dat videoconferentieplatform Teams te zeer voorrang zou geven in Windows en Office. Mogelijk oneerlijke concurrentie ten opzichte van alternatieve aanbieders van dergelijke software. De EC bereidt een nieuw onderzoek voor, maar de zaak is oorspronkelijk ingediend door het Amerikaanse Slack, inmiddels ingelijfd door het eveneens Amerikaanse Salesforce.
Meta wordt door de EC verdacht van een een overtreding van zowel de DMA als de DSA. Het bedrijf zou via de eigen platforms op onrechtmatige wijze data van gebruikers combineren. Een DMA-onderzoek moet uitwijzen of dit zo is. Het verguisde ‘pay-or-consent’-model, waarbij gebruikers van Instagram en Facebook betalen om geen gepersonaliseerde advertenties te zien, is dan mogelijk weer in strijd met de DSA.
‘Lawfare’ bekend terrein voor Amerikanen
Deze ‘lawfare’ heeft iets ironisch: om de invloed van (met name) Amerikaanse bedrijven in te perken, is een stelsel opgetuigd waardoor deze bedrijven elkaar, hun concurrenten en beleidsmakers in de rechtbank of aan de onderhandelingstafel treffen. Laat dat nu net hét terrein zijn voor door de wol geverfde Amerikaanse deal-makers die niet opkijken van een rechtszaak meer of minder.
Het verschaft in elk geval genoeg werk aan een leger aan advocaten, adviseurs, consultants, beleidsmedewerkers en politici. Of het ook daadwerkelijk leidt tot meer keuze voor de consument en burger in Europa, moeten we afwachten.
Volop investeringen in datacenters
Naast een stok heb je ook een wortel nodig, dus de grote spelers investeren volop in Europese regio’s voor de bouw van een Europese ‘sovereign cloud’, ofwel datacenters waar de opgeslagen data is onderworpen aan Europese regels. Met name AWS, dat in Europa alleen Microsoft voor zich moet dulden als leverancier van clouddiensten, wappert flink met euro’s.
Zo trekt het bedrijf miljarden uit voor het uitbreiden van zijn datacenter in Italië. Eerder kondigde AWS al aan zo’n 7,8 miljard euro te spenderen aan de uitbreiding van bestaande capaciteit in Frankfurt. Ook steekt het Amazon-onderdeel 15,7 miljard euro in de Spaanse regio Aragon. Dat moet voor de hele toeleveringsketen 17.500 banen opleveren, voor een groot deel op hernieuwbare energie draaien en via reclamatie zelfs water teruggeven aan de leefomgeving. Microsoft’s Azure, nog steeds de grote favoriet onder Europese bedrijven en overheden, wil een partij meeblazen en steekt 6,69 miljard euro in nieuwe datacenters in dezelfde regio.
Tip: AWS investeert miljarden in Europa en in sovereign cloud
Tweede viool
Waar zijn Europese bedrijven in dit verhaal? Die spelen tweede viool. Zij mogen gebruikmaken van de datacenters, maar zowel bedrijven als overheden zijn niet eens verzekerd van data-residency, toonde een recent voorval in Schotland aan. De Nederlandse registry SIDN sluit het eigen serverpark waarop het .nl-registratiesysteem momenteel draait. Het maakt nu de oversteek naar de andere kant van de Atlantische oceaan. Naar Canada, dat wel. Maar het samen met de Canadese evenknie CIRA ontwikkelde Fury-registratiesysteem draait straks in een datacenter in Frankfurt onder de vlag van… AWS.
Om af te sluiten: ook op het gebied van cybersecurity blijkt hoezeer bedrijven en organisaties in Europa leunen op diensten van Amerikaanse bedrijven. Die bedrijven zijn op zichzelf natuurlijk niet slecht, sterker nog, ze leveren vaak onontbeerlijke diensten. Maar de invloed die ze uitoefenen is zo groot, dat als er eentje niest, hele sectoren in Europa en daarbuiten met koorts naar bed moeten.
Op zoek naar alternatieven
In dat licht is het voorstel voor een Europese cloud en nationale alternatieven geen gek idee. De strijd om marktdominantie win je niet alleen door omvangrijke wettenpakketten als dijken aan te leggen en tegelijk de miljardenstroom aan dollars gretig aan te nemen.
We hebben in Europa dringend behoefte aan bedrijven, ondernemers, visionairs, uitvinders en tegen-de-stroom-in-roeiers die een eigen visie ontwikkelen. Hoe willen we de IT-infrastructuur in Europa vormgeven? Wat is daarbij in óns belang? Zo voorkomen we dat we dat dit continent definitief verandert in een digitaal wingewest.