15 min Devices

Epson PaperLab papierrecyclingsysteem: ontbrekende schakel in het groene kantoor?

Epson PaperLab papierrecyclingsysteem: ontbrekende schakel in het groene kantoor?

Tijdens de afgelopen Cebit-beurs in maart in Hannover heeft Epson voor het eerst haar PaperLab-creatie werkend in Europa laten zien. Tot nu toe bleef dat beperkt tot Japan, het thuisland van Epson. Voor ons was het in ieder geval een van de voornaamste redenen om de reis naar de Hannover Messe te maken. PaperLab is in potentie namelijk een behoorlijk revolutionair product. Het geeft je als bedrijf de mogelijkheid om on-site je papier te recyclen. Hebben we hier dan te maken met een product waarmee de recycle-cirkel rond wordt gemaakt? 

Epson is al behoorlijk wat jaartjes bezig met het uitdragen van het ‘groene’ gedachtegoed op de markt van printers en multifunctionals, in ieder geval in Nederland. Het bedrijf is een van de drijvende krachten achter de opkomst van business inkt, inkjetmachines op de werkvloer. De originele WorkForce-lijn voor kleine bedrijven en werkgroepen heeft zijn vijfde verjaardag inmiddels al gevierd. In 2014 kwamen daar de hoger gepositioneerde RIPS-machines bij gericht op grotere bedrijven, die zijn voorzien van enorme zakken inkt (goed voor tienduizenden afdrukken). Tijdens de afgelopen Cebit-beurs in de Hannover Messe werd de line-up nog verder aangevuld met WorkForce Enterprise multifunctionals, die tot 100 pagina’s per minuut kunnen afdrukken en de concurrentie moeten aangaan met de klassieke ‘afdelingsprinters’ van (zeer) grote bedrijven. Het op consumenten gerichte EcoTank-concept is feitelijk RIPS voor consumenten en kan ook gezien worden als een onderdeel van de groene strategie van Epson.

De keuze voor inkt ten opzichte van toner in laserprinters – die Epson overigens ook nog steeds verkoopt, maar waar weinig focus op ligt – om een zo groen mogelijk product te maken, is op zich logisch. Een inkjetprinter verbruikt minder stroom dan een laserprinter als hij aan het afdrukken is. Waar je bij laserprinters al snel richting piekvermogens gaat van tegen de 1000 watt, blijft dat bij inkjets beperkt tot tientallen watts.

Dit heeft alles te maken met hoe een afdruk gemaakt wordt bij beide technologieën. Voor de piëzo-elektrische afdruktechniek van Epson is alleen een stroompje nodig om middels het vervormen van het piëzo-elektrische element de druppeltjes uit de spuitmondjes van de printkop(pen) te krijgen, plus wat stroom om het papier langs de printkop(pen) te leiden. In een laser- of led-printer zitten lasers (of een led-array) dat de af te drukken afbeelding op de imaging drum ‘tekent’, vervolgens moet de toner op die drum terechtkomen en helemaal aan het eind moet het papier met de toner langs de fuser, die heel heet wordt en dus veel stroom verbruikt. Dit heeft naast een hoger stroomverbruik overigens ook een langere opwarmtijd als gevolg. Zeker als een gemiddelde laserprinter een tijdje heeft stilgestaan, doet deze er significant langer over dan een inkjetmachine vooraleer de eerste afdruk in de uitvoerlade ligt.

Daar komt nog eens bovenop dat het hele proces behoorlijk afhankelijk is van statische elektriciteit: de toner moet een tegenovergestelde lading hebben als het papier bijvoorbeeld en de lasers maken hun ‘tekening’ op een statisch geladen imaging drum. Deze lading moet ook ergens vandaan komen en na iedere afdruk weer worden hersteld om klaar te zijn voor de volgende.

De RIPS-machines van Epson hebben grote ‘wangzakken’ vol met zakken inkt waarmee tot 84.000 afdrukken gemaakt kunnen worden.

De werking van de inkjet- ten opzichte van de lasertechnologie is niet de enige reden die wordt aangedragen om aan te tonen dat inkt beter is voor het milieu dan toner. Als je de verpakkingen van de verschillende cartridges naast elkaar houdt, zie je ook meteen dat tonercartridges veel meer afval opleveren dan inktcartridges. We hebben het dan niet alleen over de fysieke afmetingen van de cartridges, maar ook over de verpakking. Tonercartridges zijn vaak verpakt in bubbeltjesplastic bijvoorbeeld, inktcartridges niet. Oplossingen zoals het hierboven genoemde RIPS zorgen er uiteraard voor dat er nog veel minder verpakking nodig is bij inkjetmachines. Met een enkele zak kun je tot 84.000 pagina’s vooruit. In die tussentijd is er dus helemaal geen sprake van afval in de vorm van verpakkingen.

Van HP – dat voor veel van haar inktcartridges gerecycled plastic gebruikt, onder andere van oude cartridges – hebben we daarnaast vernomen dat het gebruik van gerecycled plastic voor tonercartridges (vooralsnog) niet mogelijk is, omdat deze in een veel warmere omgeving moeten functioneren. Die hogere temperaturen kunnen cartridges van gerecycled materiaal op dit moment nog niet aan. Wederom komt inkt hier dus als de ‘groenere’ technologie van de twee bovendrijven. Dit voorbeeld geeft echter ook meteen aan dat gerecycled materiaal in veel gevallen minder robuust is dan nieuw materiaal, iets waar fabrikanten rekening mee moeten houden.

Epson helpt bedrijven uiteraard graag een handje bij de overstap van laser naar inkt. Onder het motto ‘Maak de Overstap’ heeft het bedrijf er een complete campagne omheen gebouwd. Mocht je geïnteresseerd zijn in deze campagne en bijvoorbeeld willen weten hoeveel minder Co2 je uit kan stoten als je voor inkjetoplossingen gaat, kom je via deze link op het betreffende gedeelte van de site terecht. Je kunt daar ook brochures downloaden waarin de visie en verantwoordelijkheid die Epson op zich wil nemen uiteengezet wordt.

Papier zorgt voor zwaarste belasting

Op zich heeft Epson het grootste gelijk van de wereld als het stelt dat inkjetprinters zuiniger zijn en minder rommel veroorzaken dan laserprinters. Je kunt je echter afvragen in hoeverre hier de nadruk op gelegd moet worden. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het stroomverbruik, dan is het vooral belangrijk hoe hoog dat ligt als een machine in idle- standby-modus staat. Dat is immers de stand waarin de apparaten het overgrote deel van de tijd staan. Het stroomverbruik in die standen is in onze ervaring voor beide technologieën gelijk. Als er al verschillen zijn, dan zijn die te verwaarlozen.

De ontwikkelingen op het gebied van toner zorgen er daarnaast voor dat ook het stroomverbruik van laserprinters tijdens het afdrukken naar beneden is gegaan. Zo heeft HP samen met Canon enkele jaren geleden al een soort toner op de markt gebracht met een lagere smelttemperatuur. Dit heeft niet alleen als gevolg dat een laserprinter sneller de eerste afdruk in de uitvoerlade heeft liggen dan voorheen, maar ook dat er minder vermogen opgenomen hoeft te worden van het stroomnet om de toner te doen smelten.

Hoe het ook zij, het stroomverbruik van printers en multifunctionals is niet van doorslaggevend belang wat ons betreft als het gaat om hoe groen je bezig bent als bedrijf. Dat inktcartridges minder rommel opleveren dan tonercartridges is eveneens bijzaak, want ook dat is de belasting op het milieu sec gezien niet. Uiteindelijk gaat het er simpelweg om hoeveel je afdrukt. Het papier dat dagelijks en wekelijks gebruikt wordt, zorgt voor het leeuwendeel van de zogeheten footprint van een printer of multifunctional. Op een zuiniger afdrukmethode overstappen zorgt weliswaar voor een kleine winst als het gaat om de belasting voor het milieu, ga je vervolgens meer afdrukken dan je voorheen deed op een laserprinter, dan maakt die overstap helemaal niets uit.

Je kunt op verschillende manieren omgaan met deze situatie. Jaren geleden probeerde Lexmark het eens met ‘Print less, save more’, waarbij het eindgebruikers dus feitelijk actief opriep om minder af te gaan drukken (in het geval van Lexmark geval primair op laserprinters overigens). Als printerfabrikant is dat geen bijster zinnige oproep wat ons betreft, omdat het gros van je inkomsten uit de verkoop van supplies komt. Minder afdrukken heeft dan rechtstreeks effect op je inkomsten. Let wel, Lexmark was toen al bezig om zich van een printingbedrijf om te vormen naar een services-bedrijf, iets wat de afgelopen jaren alleen maar verder is doorgezet. Je zou dus kunnen zeggen dat het bij die fabrikant sowieso al niet meer te doen was om het ‘ouderwetse’ verdienmodel.

Epson wil zich niet zozeer richten op het terugdringen van het aantal afdrukken dat je maakt (al spoort het net als alle andere printerfabrikenten gebruikers ook aan om zoveel mogelijk dubbelzijdig af te drukken), maar meer op hoe je het best om kan gaan met het papier dat je sowieso verbruikt. Vandaar dat men in Japan PaperLab heeft ontwikkeld. Zoals in de inleiding al gesteld, is dit een papierrecyclingsysteem dat je gewoon on-site kunt plaatsen. In het restant van dit artikel gaan we dieper in op dit innovatieve product, dat in potentie in ieder geval revolutionair genoemd mag worden.

Wat is Epson PaperLab?

Zoals gezegd kun je met PaperLab papier recyclen en daar nieuw A3- A4-papier van maken, gewoon binnen de muren van je eigen bedrijf. Dat heeft als groot voordeel dat er veel minder papier besteld hoeft te worden en er dus minder transportkosten zijn. Dit betekent echter ook dat de belasting op het milieu lager is, omdat er minder vaak af en aan gereden hoeft te worden met papier. Daarnaast hergebruik je het papier natuurlijk weer als nieuw printpapier. Let wel, zoals bij nagenoeg ieder recycling proces het geval is, kan ook PaperLab geen 100 procent gerecycled papier maken. Dat wil zeggen, je zal af en toe ook op nieuwe vellen af moeten drukken met je printers en multifunctionals en die vervolgens recyclen. Dit heeft te maken met het feit dat de vezels van het papier tijdens het proces volledig worden vernietigd, wat zorgt voor minder sterk papier. Door er zo’n 20 procent ‘nieuw’ papier doorheen te mengen, is het resultaat wel goed.

Een bijkomend voordeel voor bedrijven die veel met gevoelige data werken, is dat het proces waarmee PaperLab het papier ‘kapotmaakt’ ervoor zorgt dat er een soort katoen overblijft. Dit lijkt in niets op wat je bijvoorbeeld uit een papierversnipperaar ziet komen. Daar kun je bijvoorbeeld nog afzonderlijke letters op herkennen. Heb je heel veel geduld, dan zou je van een zak met versnipperd papier uit een versnipperaar het origineel bij elkaar kunnen zoeken. Als PaperLab het papier onderhanden heeft heeft genomen, is er echt helemaal niets meer te zien van wat het ooit geweest is. Sterker nog, je herkent het waarschijnlijk niet eens meer als papier.

Het gebruikte papier gaat er aan de ene kant in…

…waarna het eerste velletje nieuw papier er na drie minuten uitkomt.

Epson heeft alle technologie die nodig is om PaperLab te maken, zelf ontwikkeld. Het is echter niet eenvoudig om inzicht te krijgen in hoe het proces exact in zijn werk gaat. Men doet daar heel geheimzinnig over, iets wat we overigens goed kunnen begrijpen gezien het feit dat de ontwikkeling ervan nog niet helemaal afgerond is.

Ook al wil men niet al te veel in details treden over de werking van PaperLab, er valt zelfs zonder die details wel degelijk het een en ander te melden. Zo is het een relatief snel proces. Tussen het moment dat je op de startknop drukt en er papier in de machine gaat tot het moment dat het eerste ‘nieuwe’ velletje papier er aan de andere kant uitkomt, zit slechts drie minuten. Er kunnen per minuut 14 nieuwe velletjes A4-papier worden geproduceerd.

Het proces dat wordt gebruikt door PaperLab bestaat globaal uit drie onderdelen: vervezelen, binden en vormen. Dit wordt door Epson gezamenlijk als Dry Figer Technology aangeduid. Het vervezelen zorgt voor het katoenachtige materiaal waar we het hierboven over hadden. Hierbij wordt ook zo goed als alle inkt of toner gescheiden van het papier. Opvallend is tevens dat dit gebeurt zonder dat er een noemenswaardige hoeveelheid water bij komt kijken. Ons is verteld dat er alleen na het vervezelen een heel klein beetje water wordt gebruikt, om opgebouwde statische lading te neutraliseren. Het vervezelen is namelijk een mechanisch proces waarbij twee onderdelen tegen en over elkaar heen bewegen, wat voor wrijving en dus een statische lading zorgt.

Links wat er over is van papier nadat PaperLab het vervezeld heeft, links het resultaat van een gewoon versnipperproces.

Na het vervezelen worden er bindmiddelen toegevoegd om er weer een geheel van te maken. De algemene term voor dit goedje is Paper Plus. Hiermee kunnen onder andere stevigheid van het materiaal en de kleur ervan worden bepaald. In PaperLab zitten de kleuren die we kennen uit printers zelf, waarmee dus allerlei kleuren gemaakt kunnen worden. Gek genoeg is helemaal wit vooralsnog niet mogelijk; heel lichtgrijs is het maximaal haalbare. Hierbij is het overigens ook nog afhankelijk of het origineel uit een laserprinter of een inkjetprinter afkomstig is. Papier uit een laserprinter levert in de regel een iets lichter gerecycled velletje op dan papier uit een inkjetprinter. Dat is op zich logisch, omdat inkt meer in de vezels van het papier trekt dan toner.

De laatste stap is het vormen. Je hebt niet alleen de keuze uit A4 of A3, maar kunt dichtheid, dikte en formaat zelf instellen. Je kunt er dus ook wat dikker papier voor visitekaartjes mee maken. Veel Japanse medewerkers van Epson hadden dan ook visitekaartjes van papier uit PaperLab.


Het bronmateriaal bepaalt voor een deel de kleur van het eindproduct: links gerecyclede afdrukken uit laserprinters, rechts uit inkjetprinters.

Kijken we naar het afval dat wordt geproduceerd, dan is dat volgens woordvoerders van Epson erg weinig. De inkt en toner die van het ingevoerde papier is gekomen, wordt naar verluidt netjes opgevangen, waarna je het kunt afvoeren. Over het stroomverbruik van dit apparaat doet men bij Epson geen uitspraken, maar dat zal niet mals zijn. Datzelfde geldt voor de kosten die zijn verbonden aan een product zoals dit. Officieel doet Epson geen uitspraken over wat je kwijt bent voor PaperLab, maar in de wandelgangen hoorden we een bedrag van 200.000 euro. Daarmee is het in eerste instantie sowieso alleen maar geschikt (en waarschijnlijk ook bedoeld) voor zeer grote ondernemingen.

PaperLab is eind vorig jaar al uitgebracht in Japan. Europa is in het najaar van 2018 aan de beurt. Hieruit blijkt dat het niet zo eenvoudig is om het product geschikt te maken voor een andere regio. Het is allereerst allemaal splinternieuwe technologie, een kleine afwijking in bijvoorbeeld het ingevoerde papier kan grote gevolgen hebben. Aangezien men in Japan standaard papier gebruikt dat anders in elkaar zit dan het papier in Europa, duurt het dus nog even vooraleer PaperLab echt klaar is voor de Europese markt.

Hieronder zie je een video van Epson waarin de technologie wordt uitgelegd:

Conclusie: groene ronde cirkel?

Met PaperLab is Epson naar onze mening de eerste printerfabrikant die het ‘groene’ verhaal echt overtuigend kan gaan brengen. Het is in ieder geval in potentie mogelijk om de cirkel rond te maken als het gaat om milieubewust printen. Je moet hierbij niet alleen letten op zaken als het stroomverbruik van de machines die je aanschaft of de hoeveelheid rommel die ze produceren, maar ook zeker hoe je aan je papier komt en wat ermee gebeurt. Gebruik je al gerecycled papier voor bijvoorbeeld afdrukken voor intern gebruik, dan is dat al een goede zaak, maar ook dat papier moet weer aangeleverd worden, waarvoor onder andere weer vrachtwagens moeten rijden. PaperLab haalt ook dat belastende onderdeel uit de keten. Daarnaast is het vernietigende aspect van PaperLab met name voor bedrijven die veel met gevoelige data werken erg interessant.

Kijkend naar de toekomst, is het met PaperLab in theorie in ieder geval mogelijk om een soort ‘closed loop’ te maken van het print- en recycle-proces. Je zou PaperLab namelijk aan een printer of multifunctional kunnen koppelen en de geproduceerde vellen meteen in de lades terecht kunnen laten komen. De mensen die op de afdeling of bij het bedrijf werken waar de machine staat, kunnen dan aan het einde van de dag alle afdrukken die niet meer nodig zijn, gewoon weer in PaperLab stoppen. De volgende dag zijn de lades van de printer dan in ieder geval weer vol en is hij weer helemaal klaar voor gebruik.

Maar goed, zover zijn we nog lang niet. We moeten allereerst nog wachten tot de herfst van volgend jaar voordat PaperLab geschikt is om in Europa op de markt gebracht te worden. Daarnaast is de prijs op dit moment nog dermate hoog (als de geruchten kloppen), dat het voor weinig bedrijven is weggelegd om er eentje aan te schaffen, al zullen ook voor dit apparaat wel de nodige contracten te sluiten zijn. Het is ook nog even afwachten wat de uiteindelijke totale belasting van PaperLab is op het milieu vergeleken met de huidige situatie. Als het stroomverbruik bijvoorbeeld extreem hoog is of er vaak en veel vervangende onderdelen of supplies nodig zijn, dan weegt het on-site karakter van de papierrecycling wellicht niet op tegen hoe het nu gebeurt. Wij blijven deze technologie in ieder geval op de voet volgen en zullen jullie er uiteraard ook van op de hoogte houden.

Wil je meer weten over Epson PaperLab, volg dan deze link. Via deze link bij de al eerder gelinkte pagina over het totale ‘groene’ verhaal van Epson.