Volgens een interne Microsoft-presentatie gaat Windows op de lange termijn in de cloud draaien. De strategie klinkt als een logische volgende stap in onze digitale levens, maar zal de fundamentele aard van desktop-computing veranderen.
Een vlugge blik op het Microsoft-aanbod is genoeg om te zien waar Redmond naartoe wil. Decennialang heeft het besturingssystemen verkocht voor pc’s met als kers op de taart het brede Office-pakket. Andere softwarediensten zijn gekomen en gegaan, maar nergens is de groei zo snel te zien als in de cloud. Sinds de opmars van Azure meer dan tien jaar geleden is de Microsoft-suite steeds meer toegankelijk geworden vanuit cloud-omgevingen. Maar daar waar het bedrijfsleven momenteel al Windows 365 kan inzetten voor een volledig cloud-gebaseerde OS-ervaring, blijft het bij consumenten nog bij een lokale Windows-install. Daar zal verandering in komen.
AI
The Verge vermeldt dat Microsoft al in juni 2022 expliciet verwees naar een evolutie van Windows 365 voor consumenten. Er zou een volledig besturingssysteem in de cloud vanaf welk apparaat dan ook toegankelijk moeten zijn.
In de tussentijd is daar ook nog eens de AI-hype van de afgelopen maanden bij gekomen. ChatGPT veroverde de wereld, terwijl maker OpenAI een miljardendeal met Microsoft sloot. Dit heeft geleid tot een ontelbaar aantal integraties met Office-producten en Windows zelf met allerlei Copilot-verschijningen. Waarom is dit relevant voor een cloud-gebaseerde Windows? Omdat generatieve AI al gauw ontzettend veel rekenkracht vereist, dat bijna niemand bezit. Het overgrote merendeel van de wereld draait op laptops, Chromebooks en kleine kantoor-pc’s die eerder efficiënt dan krachtig dienen te zijn. Zeker nu de prestatieverbeteringen van CPU’s en andere componenten niet al te spectaculair meer zijn, is de tijd rijp voor een omwenteling.
Tip: Zo gaat Windows Copilot eruitzien
Windows 11 krijgt nu dus een aantal AI-‘retrofits’, aanpassingen achteraf die ietwat ongemakkelijk op een bestaand OS zijn geplakt. Met Windows 12 mogen we een nadeloze integratie verwachten hiervan – dat lijkt alleen sterk afhankelijk van de cloud te gaan zijn.
Toespitsing en nieuwe plannen
We zien al langer dat het huidige x86-ecosysteem niet meer onbetwist is. Wie kan ontkennen dat Apple’s stap naar specifiek toegespitste ARM-architectuur een slimme zet is geweest? Door in te zetten op technologie die de eigen specialiteiten alleen maar versterkt, heeft het zich losgerukt van de relatief kleine verbeteringen die Intel-chips met zich mee hebben gebracht in het afgelopen decennium. Er zijn geruchten dat Microsoft bezig is met zelf ontworpen processoren voor Windows 12, dus wellicht dat men in Seattle dezelfde conclusie heeft getrokken als Apple.
Het afstappen van x86 en het leger aan hardware-partners zal niet zomaar door Microsoft verlaten worden. Toch is er verandering op komst die de aard van lokale hardware drastisch zal veranderen. Immers zal de focus meer gaan liggen op snelle en betrouwbare connectiviteit en het on-the-fly verwijderen van streaming-artefacten. Daar waar CPU, GPU, RAM en opslag momenteel allemaal bijdragen aan een snel systeem afhankelijk van toepassing, dienen deze componenten een andere taak te vervullen in een cloud-wereld. Kleven daar dan niet ook problemen aan? Zeker, en die zijn divers.
Controleverlies
Het voornaamste probleem van cloud-diensten versus lokale hardware is het feit dat er een verbinding voor nodig is. In veel gebieden, zelfs in Nederland, is dit een concreet probleem. 5G, Wifi 6E, noem het maar op, het heeft allemaal geen universele dekking. De professionele wereld is inmiddels wel gewend dat niet alles meer on-prem kan zijn, met bijvoorbeeld stilstaande verkoop of het terugvallen op backups tot gevolg. Uiteindelijk zal dit probleem nooit helemaal weggenomen worden, maar praktisch gezien draait de wereld al grotendeels in de cloud. Daarnaast is het denkbaar dat een cloud-gebaseerde Windows ook een beperkte lokale variant als back-up draait, die in uitgeklede vorm nog wel tot van alles in staat is als OS.
Wat een structureler probleem zal vormen, is het feit dat de eigen hardware de gebruiker veel controle biedt. De functionaliteit van Windows kun je momenteel grotendeels zelf verbeteren door er sterkere componenten tegenaan te gooien, ook al blijven er software-bottlenecks. Daarnaast houdt niets je tegen om te sleutelen aan registry-bestanden of andere aanpassingen te doen aan het systeem. Het is geen Linux, maar in theorie is er veel mogelijk. Ook bestaat er altijd de mogelijkheid om af te zien van updates, wellicht omdat ze software niet meer ondersteunen of nieuwe problemen met zich meebrengen. Met de beweging naar de cloud kan Microsoft deze controle wegnemen bij de gebruiker: updaten gebeurt dan of je het wil of niet. Dit is een onvermijdelijk gevolg van cloud-functionaliteit voor de consument. Het is OS-as-a-Service, in plaats van een licentie die je met je meedraagt.
We hebben dit proces al gezien bij video- en muziekdiensten: Netflix en Spotify hebben een aantrekkelijk aanbod met zich meegebracht, maar voorkomen dat eindgebruikers al te veel met de inhoud kunnen doen. Illegale komaf of niet, met .mp3- en .mp4-bestanden valt te sleutelen, terwijl de huidige videostreams achter de schermen draaien.
Niet iedereen volgt
De realiteit is dat we waarschijnlijk een tweedeling gaan zien tussen Windows in de cloud en lokaal. Enerzijds zal Microsoft propageren dat de online variant meer features, snelheid en schaalbaarheid met zich meebrengt, terwijl veel gebruikers gewoonweg niet snel volledig van hun internetverbinding afhankelijk willen zijn.
Dit proces zal dus wat langzamer verlopen dan we zagen met video- en muziekdiensten. Toch toont het recente verleden dat gebruikers kiezen voor gemak boven controle. Wat dat betreft mogen we nog speculeren over de precieze aard en snelheid van de introductie van een cloud-gebaseerde Windows, maar kunnen we met zekerheid stellen dat Microsoft weet waar het aan begint.