1 min

Tags in dit artikel

, ,

IBM heeft van het CERN opdracht ontvangen om een gedistribueerd systeem voor gegevensopslag te bouwen met een opslagcapaciteit van ten minste 1 petabyte (1 miljoen gigabyte). Het systeem wordt gebruikt voor het verzamelen van de gegevens van de Large Hadron Collider, een enorme deeltjesversneller die de Europese organisatie voor nucleair onderzoek bouwt voor onderzoek naar elementaire bouwstenen van de natuur en naar de fysische processen in de eerste momenten na de Big Bang.

In het zogeheten ‘data grid’ wordt gebruik gemaakt van IBM’s Storage Tank-techniek. Deze techniek maakt het mogelijk om gegevens door client-systemen rechtstreeks van de verschillende opslagsystemen in een netwerk te laten halen. De opslagservers worden in deze opzet alleen benaderd voor het ophalen van de metadata. Volgens IBM leidt deze opzet tot hogere prestaties, omdat de server niet langer als flessenhals fungeert bij het doorgeven van gegevens.

CERN is nu begonnen met de installatie van zes xSeries-servers onder Linux en 20 terabyte aan opslagcapaciteit, om IBM’s Storage Tank-concept te testen. IBM zal het systeem zelf beheren. Het systeem moet tegen 2005 uitgegroeid zijn tot 1 petabyte. Mogelijk zal het bij het opstarten van de nieuwe deeltjesversneller nog verder uitgebreid worden. De verwachting is namelijk dat deze verscheidene petabytes aan gegevens zal opleveren.