3min

Tags in dit artikel

Fedora: de avantgarde van Red Hat

Als Linux-distributie is Fedora vrij groot te noemen. Bij DistroWatch.com staat het altijd wel in de topvijf van meest gezochte distributies. Qua populariteit is het te vergelijken met openSUSE en PCLinuxOS. Het bestaat al sinds 2003, maar dankt zijn populariteit voornamelijk aan een reus in de Linux-wereld, namelijk Red Hat. Voor 2003 bracht Red Hat een gratis Linux-distributie uit onder eigen naam (Red Hat Linux). Als een van de oudste was het tegelijkertijd ook een van de meest populaire distributies.

In 2003 werd besloten dat het immens populaire Red Hat een commercieel open source besturingssysteem ging worden onder de naam Red Hat Enterprise Linux, wat gericht was op de zakelijke markt. Het hield in dat het besturingssysteem zelf vrijwel kosteloos was, maar dat er vooral betaald moest worden voor professionele, technische ondersteuning. In de Linux-wereld werd hier enigszins teleurstellend op gereageerd, maar Red Hat zette Fedora op het hoofd van de Red Hat-fans. Deze versie van Linux wordt ondersteund door een gemeenschap, maar wordt gesponsord door Red Hat.

Fedora Core moest een nieuwe naam neerzetten. Dat was absoluut niet gemakkelijk in een tijd waarin Slackware, SUSE, Debian, Mandrake en Gentoo naam en furore maakten. Daarnaast verscheen er met Ubuntu een nieuwe ster aan het firmament. Fedora Core ontpopte zich als een distributie, waarin veel geëxperimenteerd werd.

Uiteindelijk was dat ook de bedoeling: op basis van de ontwikkeling en ervaringen met Fedora lanceerde Red Hat het commerciële Red Hat Enterprise Linux. Fedora Core verloor aardig wat marktaandeel, omdat het behoorlijk vaak te kampen had met installatie-problemen met anaconda en instabiliteit, onder andere vanwege de scheiding van repositories. Fedora Core 6 richtte zich daarom sterk op stabiliteit en vanaf versie 7 werd Core van de naam weggehaald. Fedora 7 kende een grote repository en hierin werd bovendien naast stabiliteit sterk de nadruk gelegd op veiligheid.

Dit is uiteindelijk ook kenmerkend geworden voor Fedora: het is een distributie, die zich voornamelijk richt op beveiliging en beduidend minder aandacht besteed bijvoorbeeld mooie grafische configuratietools. Fedora bleef populair, maar moest toch Ubuntu voor zich dulden op de ranglijst. Ubuntu richtte zich namelijk sterk op de beginnende Linux-gebruiker en kwam hen daarin tegemoet met live-CD’s en veel grafische tools. Fedora, dat in het begin ook bekend stond als zeer toegankelijk, bleef hierin wat achter. Het richtte zich vooral op de (toch al moeizame) installatie-CD/DVD en gaf pas vanaf Fedora Core 5 (2006) Live-CD ’s uit.

Fedora kenmerkt zich tussen andere distributies voornamelijk als een versie, waarin veel aandacht is besteed aan veiligheid. Het kent minder grafische tools en er is een zeer streng beleid ten aanzien van propriëtaire en commerciële software. De standaardinstallatie kent alleen gratis en open source (aan beide voorwaarden moet voldaan worden) software. Andere, niet vrije software is verkrijgbaar via bijvoorbeeld rpm.livna. Dit laatste maakt dat Fedora out of the box een aantal aanpassingen nodig heeft om het te laten voldoen aan de wensen van een gemiddelde computergebruiker.

Fedora komt elk half jaar met een nieuwe versie van zijn Linux-distributie. De ondersteuning is maximaal een jaar per editie en het kent geen LTS-versie, zoals bij Linux. De reden dat we toch meer interesse hebben in Fedora 9 is vanwege het vermoeden dat dit de basis zal vormen voor Red Hat Enterprise Linux 6. Voor zover het nu te ‘berekenen’ is, baseert Red Hat zijn nieuwste versie van RHEL op elke derde versie van Fedora. Zo golden Fedora Core 3 als basis voor RHEL 4 en Fedora Core 6 als basis voor RHEL 5. Een simpele rekensom zou dan kunnen zijn dat Fedora 9 zou laten zien wat men in RHEL 6 kan tegenkomen.