2min

De Tweede Kamer heeft gisteren ingestemd met de nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De nieuwe wet moet nog worden goedgekeurd door de Eerste Kamer. Deze geeft veel meer bevoegdheden aan de inlichtingendiensten, die nu op grote schaal internetverkeer af kunnen tappen.

De verwachting was vorige week al dat de meerderheid van de Tweede Kamer akkoord zou gaan met het voorstel. De partijen VVD, PVV, PvdA, CDA, ChristenUnie en 50Plus gingen akkoord met het wetsvoorstel. Er werden wel veel amendementen ingediend, in een poging het wetsvoorstel aan te passen, maar de meesten kwamen er niet doorheen.

De oude inlichtingenwet stamt uit 2002 en voldeed door technologische ontwikkelingen niet meer. In de oude wet hadden de AIVD en de MIVD toegang tot gegevens uit de ether. In het nieuwe voorstel is het ook mogelijk om de kabel af te tappen. Vanuit de oppositie was hier fikse kritiek op: dit zou niet goed genoeg geregeld worden.

Enkele amendementen die wel aangenomen werden, gaan onder meer over de bewaartermijn van de afgetapte gegevens. Die termijn is in het voorstel 3 jaar, maar veel partijen vinden dit te lang. Om die reden zal nu bekeken worden of de termijn eventueel minder lang moet worden gemaakt.

Verder is er een motie aangenomen die regelt dat gegevens zo gericht mogelijk verzameld moeten worden. Er was namelijk onder meer vanuit privacy organisaties kritiek op het ‘sleepnet’ dat de AIVD en MIVD kregen in het wetsvoorstel, waarmee ze ook informatie van onschuldige burgers mee zouden kunnen nemen. Een laatste amendement maakt mogelijk dat toezichthouder CTIVD meer budget krijgt, om beter toezicht te houden.

Of deze amendementen genoeg zijn om de wet naar tevredenheid van een aantal kritische partijen aan te passen, is niet zeker. De Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van het Kabinet, uitte kritiek op de wet, die niet specifiek genoeg zou zijn. Ook is niet duidelijk hoe het gerichte tappen precies moet gaan werken.

Het zal nog even duren voordat zeker is of de wet helemaal ingevoerd wordt. De Eerste Kamer gaat zorgvuldig te werk en neemt meestal een paar maanden de tijd voor de behandeling van een wetsvoorstel. De kans dat de Eerste Kamer niet akkoord gaat is echter, gezien de grote meerderheid in de Tweede Kamer, klein.