Afgelopen woensdag heeft VMware nieuwe rechtbankdocumenten ingediend in de zaak tegen Siemens. Daarmee reageert het bedrijf op Siemens’ pogingen om het geschil te verplaatsen naar Duitsland en om het als een louter contractuele kwestie te laten behandelen.
Dit schrijft The Register. VMware benadrukt in de nieuwe stukken dat de kern van de zaak volgens hen gaat over auteursrechtinbreuk en dat de rechtsgang daarom in de Verenigde Staten moet blijven plaatsvinden.
De juridische strijd begon in maart. Tijdens onderhandelingen over een nieuw ondersteuningscontract gaf Siemens een overzicht van alle VMware-software die het gebruikte. Volgens Broadcom, dat VMware heeft overgenomen, bleek uit die lijst dat Siemens veel meer producten draaide dan waarvoor licenties waren gekocht.
VMware stelt dat Siemens in diezelfde periode bleef aandringen op ondersteuning voor deze software, terwijl dat onder Broadcoms beleid niet mogelijk is voor producten die ooit onder een eeuwigdurende licentie zijn verkocht. Toen Siemens bovendien niet reageerde op de zorgen over mogelijk niet-gelicentieerd gebruik, liep het overleg vast en volgde een auteursrechtzaak.
Conflict over locatie rechtszaak
Siemens voerde vervolgens aan dat het geschil niet in de Verenigde Staten thuishoort. Het bedrijf verwijst naar een Master Software License and Service Agreement uit 2012 met VMware’s Ierse dochteronderneming, waarin volgens Siemens is bepaald dat juridische conflicten moeten worden behandeld door een rechtbank in München. Siemens stelt daarnaast dat het meningsverschil draait om de uitleg van contractbepalingen en dus geen auteursrechtelijke kwestie is.
In de documenten die VMware woensdag heeft ingediend, wordt het standpunt van Siemens weersproken. VMware stelt dat de licentieovereenkomsten niet voorschrijven dat dit soort zaken naar Duitsland moeten worden verplaatst en dat Siemens een verkeerd beeld schetst van het ontstaan van de zaak. Volgens VMware heeft Siemens zelf de situatie veroorzaakt door op grote schaal software in te zetten zonder de daarvoor benodigde licenties. Ook zou Siemens volgens VMware proberen het dossier te herdefiniëren als een eenvoudige contractkwestie om zijn eigen aansprakelijkheid te beperken.
VMware houdt daarnaast vol dat auteursrechtclaims doorgaans per land worden ingediend en dat het logisch is dat een Amerikaans bedrijf begint in een rechtbank die werkt met wetgeving waarmee het vertrouwd is. Daarmee laat VMware doorschemeren dat het, indien nodig, bereid is ook in andere landen procedures te starten.
Het proces verloopt traag
Het conflict tussen beide bedrijven vertoont gelijkenissen met eerdere kwesties tussen VMware en onder meer Tesco en AT&T. De zaak met AT&T werd relatief snel geschikt, maar die met Tesco loopt nog. De zaak met Siemens sleept zich al acht maanden voort en er zijn geen tekenen dat een snelle schikking in zicht is.
Op de achtergrond speelt Broadcoms nieuwe licentie- en supportbeleid een belangrijke rol. Het bedrijf verkoopt vrijwel geen ondersteuning meer voor oudere producten met eeuwigdurende licenties en richt zijn aanbod sterk op de Cloud Foundation-suite (VCF). Analisten noemen VCF een krachtig platform, maar klanten klagen dat de kosten soms verdrievoudigen of erger. Broadcom benadrukt juist dat het pakket zich snel terugbetaalt omdat vele losse producten en ondersteuning zijn geïntegreerd. Klanten zijn het daar niet altijd mee eens en geven aan dat ze niet alle componenten van VCF nodig hebben.
Broadcom-topman Hock Tan erkende eerder dat sommige klanten VCF wel hebben aangeschaft, maar het nooit volledig hebben uitgerold. Hij schatte dat het zeker twee jaar kost om dat probleem op te lossen. VMware stopt op 11 oktober 2027 met ondersteuning voor versie 8.0 van zijn producten. Veel organisaties die een overstap overwegen, zien die datum inmiddels als een harde deadline voor migratieplannen.