2min

Tags in dit artikel

, ,

Seagate heeft aan aandeelhouders laten weten dat het bedrijf gaat proberen om de opslagcapaciteit van harde schijven vooral groter te maken. De bedoeling is dat het bedrijf binnen 18 maanden een 14TB- en 16TB-model op de markt kan brengen. In 2020 moeten de eerste 20TB schijven leverbaar zijn.

De fabrikanten van harde schijven staan onder druk, de opkomst van de SSD’s is groot en in de consumentenmarkt valt al niets meer te verdienen, in de zakelijke markt en vooral in datacenters nog wel. Daarom proberen de fabrikanten zo groot mogelijke schijven te produceren tegen een aantrekkelijk prijskaartje zodat de prijs per GB nog verder omlaag gaat. Seagate heeft inmiddels al een 10TB schijf in de schappen liggen en een 12TB-model met Helium wordt momenteel getest door partners.

De bedoeling is dat de schijven snel nog groter gaan worden, Seagate wil binnen 18 maanden al 14TB- en 16TB-schijven kunnen leveren, wederom met Helium. Dat is de enige manier om de concurrentie vanuit de SSD-markt voorlopig voor te blijven. De vraag is alleen hoelang dat goed gaat. Seagate denkt in 2020 de eerste 20TB schijf te kunnen leveren, maar dat duurt nog zeker drie jaar en dat is vrij lang als je ziet hoe snel de ontwikkeling van NAND gaat.

Op dit moment zijn er al betaalbare SSD’s van 2TB en waarschijnlijk zijn de modellen met meer opslagcapaciteit later dit jaar ook betaalbaar. Het grootste probleem met NAND-geheugen is dat het minder lang meegaat dan HDD’s, maar de fabrikanten doen hun best om dat verschil snel kleiner te maken. Qua snelheid is een SSD inmiddels al 10 tot 20 keer zo snel als een HDD, dus daar valt niets meer te winnen.

Western Digital ontwikkeld ook schijven met Helium en meer opslagcapaciteit, maar dat bedrijf heeft inmiddels SanDisk overgenomen en kan nu ook SSD’s leveren. Seagate lijkt de boot gemist te hebben om zelf een NAND-fabriek in handen te krijgen.