2min

Tags in dit artikel

, , ,

Volgens de vijfde jaarlijkse CISO Benchmark Study van Cisco geven beveiligingsprofessionals meer prioriteit aan de consolidatie van leveranciers, de samenwerking tussen netwerk- en beveiligingsteams en aan training om het security-bewustzijn te verhogen. Het onderzoek werd onder ruim 3.000 beveiligingsmanagers in achttien landen gehouden. 

Het onderzoek is een jaarlijks overzicht van de stand van zaken rond de chief information security officer (CISO). CISO’s geven dit jaar aan dat complexe beveiligingsomgevingen die uit oplossingen van tien of meer beveiligingsleveranciers zijn opgebouwd, het zicht op de omgeving in de weg kan staan. 54 procent van de respondenten geeft nu dan ook aan dat er tien of minder leveranciers voor hun omgeving waren.

Twee derde van de respondenten zegt bijvoorbeeld dat het niet eenvoudig is om te bepalen was de omvang van een incident is en om er grip op te krijgen. Daarnaast maken CISO’s zich zorgen om onbekende externe dreigingen rond gebruikers, data, apparaten en apps.

Om de uitdagingen aan te pakken investeert 64 procent meer in verdedigingstechnologieën. 39 procent traint werknemers om het beveiligingsbewustzijn te verhogen en 39 procent richt zich op technieken om risico’s te verminderen.

Cloud

Veel CISO’s geven aan dat migratie naar de cloud de beveiliging zal verbeteren. 93 procent van de CISO’s zegt nu al dat dit de efficiëntie en effectiviteit van hun teams heeft verbeterd. Daarnaast nam de perceptie dat het beveiligen van de cloud-infrastructuur moeilijk is iets af. Dit aantal daalde van 55 procent in 2017 naar 52 procent in 2019.

Beveiligingsprofessionals vertrouwen echter minder op technologieën die zich nog niet goed hebben bewezen, zoals kunstmatige intelligentie (AI). Zo nam het vertrouwen p machine learning af van 77 procent in 2018 naar 67 procent nu. Volgens Cisco kunnen AI en machine learning echter essentieel zijn voor de beginfase van prioritering en management van meldingen. Toch is het gebruik van de technologieën afgenomen, van 74 procent vorig jaar naar 66 procent nu.