2min

Tags in dit artikel

, ,

Microsoft voegt ondersteuning voor Gmail-gebruikers toe aan de Azure Active Directory B2B. Daarvoor hoeven gebruikers geen Microsoft-account te hebben. De functie bevindt zich sinds gisteren in de publieke preview-fase en wordt een dezer weken uitgerold.

Tot nu toe konden gebruikers die Azure AD B2B wilden gebruiken enkel inloggen met een Azure AD- of Microsoft-account. Google is volgens Microsoft de eerste ‘andere’ identiteitsprovider die ondersteunt wordt door het systeem. Wel worden enkel @gmail.com-adressen herkend door het systeem.

De implementatie daarvan gaat snel en eenvoudig. Systeembeheerders kunnen binnen het instellingenmenu het inloggen met een Google-ID inschakelen. Daarna hoeven ze enkel Gmail-gebruikers uit te nodigen, die gewoon in kunnen loggen met hun Google-mailadres om gebruik te maken van Azure AD. “Ze hoeven niet langer een Azure AD-account of Microsoft-account op te zetten om toegang te krijgen tot de apps en diensten die je met hen deelt”, aldus Microsoft in de blog waarin het de dienst aankondigt.

Azure AD B2B en B2C zijn erop gericht op veilige authenticatie op on-premises, cloud- en hybride configuraties mogelijk te maken. Waar Microsoft B2C voor ontwikkelaars heeft gemaakt, die het voor hun gebruikers mogelijk willen maken om onder meer Facebook en Google te gebruiken om mee in te loggen, is B2B gemaakt voor authenticatie tussen business-to-business partners. B2B is ook gericht op externe samenwerking binnen Office 365.

De Azure AD B2B-dienst is vorig jaar officieel gelanceerd. Tot nu toe was het gebruik ervan dus enkel mogelijk voor mensen met een Azure AD- of Microsoft-account. Door het inloggen met een Gmail-account mogelijk te maken, weet Microsoft allicht meer klanten over te halen om op het Azure AD-platform over te stappen.

“Onze visie is om je ertoe in staat te stellen om met mensen van elke organisatie op de wereld samen te kunnen werken”, aldus Microsofts VP of Program Management Alex Simons in de aankondiging. “Dat, of ze nou een Azure AD of zelfs maar een IT-afdeling hebben.”