Minister van Defensie Theo Francken wil aanspraak maken op 965 miljoen euro om te investeren in militaire datacenters. Door de verhoging van het defensiebudget lijkt er dus plaats te komen om te investeren in de digitale weerbaarheid van België.
De bouw van militaire datacenters vormt onderdeel van een programmawet van 1,6 miljard euro voor digitale weerbaarheid, weet De Tijd. Het geld gaat ook naar een groot netwerk dat beveiligd wordt met encryptie (Defence Classified Network), IT-beveiliging en de digitale transformatie van het leger.
Het plan is nog niet definitief, maar vormt onderdeel van een programmawet die de minister van Defensie heeft klaarliggen. Pas in 2034 zou het plan volledig zijn afgerond. Al kunnen we niet voorspellen wat de toekomst brengt, is de kans reëel dat in de tussentijd een grote cyberaanval de Belgische kritieke infrastructuur of overheid reeds heeft getroffen. Dat er budget wordt vrijgemaakt om de digitale weerbaarheid van België te verhogen, is volgens ons dan ook een logische zet.
Onderdeel van die plannen zijn dus eigen datacenters en een beter beveiligd netwerk. Tegen 2034 wil de overheid verder nog eens een half miljard euro extra vrijmaken om te investeren in diverse cybersecurityprojecten. Dit past in de ambitie om naast landmacht, marine en luchtmacht ook een volwaardige cybermacht uit te bouwen.
Komt er digitale soevereiniteit?
De totale investeringsplannen van Defensie voor de periode tot 2034 kosten 34,2 miljard euro. Ongeveer één miljard euro daarvan zal naar de bouw van militaire datacenters gaan. Deze zullen naast de data van militaire diensten, ook een veilige opslag bieden voor data van andere overheidsdiensten. Volgens het plan zou de bouw daardoor in een bredere strategie kunnen passen rond digitale soevereiniteit. Dat wil zeggen dat data meer in eigen handen blijft en niet naar de Amerikaanse grote datacenterproviders stroomt.
Digitale soevereiniteit ambieert Europa al voor lange tijd. Projecten om die droom te realiseren bestaan. GAIA-X is één van de belangrijkste. Dit initiatief probeert de Europese waarden om te zetten naar een transparant ecosysteem voor clouddiensten. Recenter is er in Nederland het project ECOFED opgezet, met als doel een Europese cloud te bouwen. Amerikaanse hyperscalers zoals Google Cloud en Microsoft Azure laten zich overigens niet in de hoek zetten door die plannen: zij horen de wensen van Europese klanten ook en proberen zelf met een oplossing te komen.
Lees ook: Soevereiniteit floreert bij Google Cloud, maar het debat is niet voorbij
De realiteit vandaag blijft dat Belgische overheidsdiensten, net als in de rest van Europa, afhankelijk zijn van commerciële en buitenlandse datacenterproviders. Dat brengt een risico met zich mee voor de veiligheid van onze data, die buitenlandse overheden zouden kunnen misbruiken.
In het nieuwe plan zou er bijna één miljard euro vrijkomen om die situatie te veranderen. Binnen een budget van 34,2 miljard euro klinkt dat als een grote investering. Bekijken we het in het perspectief van de investeringen die grote Amerikaanse spelers maken, dan verandert het plaatje. Binnen Europa hebben deze spelers bijvoorbeeld plannen om datacenters op te zetten in Spanje aan een kostenplaatje van 6,69 miljard euro voor Microsoft en zelfs 15,7 miljard euro voor AWS. Het gebruik van AI laat die kost alleen maar verder toenemen. Microsoft pakte bijvoorbeeld al uit met een plan van 80 miljard dollar om de infrastructuur voor AI uit te rollen. Snel daarop leek het bedrijf zelf te gaan twijfelen of de vraag wel hoog genoeg zou worden om die kosten te kunnen dragen.
De onderliggende boodschap is in ieder geval duidelijk: het bouwen van datacenters is duur. De bouw van eigen datacenters in België zal om die reden dan ook een grote hap uit het beschikbare budget verdienen. Bovendien zal er knap denkwerk nodig zijn om de infrastructuur in orde te krijgen en deze onafhankelijk te maken van buitenlandse spelers. Voor werkelijke digitale soevereiniteit is er namelijk meer nodig dan alleen de fysieke opslaglocatie van de data in België te houden. Het is dan eigenlijk nog maar de vraag of dat allemaal past binnen het begrote budget.
De beveiliging
De geplande infrastructuur wordt ontworpen met ingebouwde redundantie. Wanneer één datacenter uitvalt door technische problemen of een cyberaanval, kunnen andere locaties de taken overnemen. Dit moet de continuïteit van kritieke overheidsdiensten garanderen.
De datacenters krijgen extra bescherming tegen fysieke sabotage door middel van noodenergiesystemen en onafhankelijke communicatielijnen. Dit zorgt ervoor dat de infrastructuur operationeel blijft zelfs bij uitval van het gewone elektriciteitsnet of internet.
Het succes van het project zal afhangen van doordachte uitvoering, voldoende budget en blijvende politieke wil tot 2034. Of België hiermee echt onafhankelijker wordt van buitenlandse datacenterproviders, zal dus pas blijken op lange termijn. Zolang de digitale weerbaarheid van de Belgische infrastructuur er met dit plan op vooruitgaat, is België overigens al geslaagd in de belangrijkste missie. Digitale soevereiniteit is de grote extra troef om de afhankelijkheid van buitenlandse spelers te verkleinen. Dat is zeker een belangrijke piste gezien de politieke spanningen die in de wereld hangen.
In onderstaande Techzine Talks-aflevering bespreken we of een Amerikaanse hyperscaler, zoals Microsoft, eveneens een onafhankelijke Europese datacenter-infrastructuur kan opzetten.