Sinds 2019 was Mellanox Technologies de grootste overname van Nvidia, dat 6,9 miljard dollar neertelde voor het netwerkbedrijf. Nu koopt het de activa van alternatieve AI-chipmaker Groq. Let wel: het bedrijf zelf blijft op papier zelfstandig. Ook is er sprake van een “niet-exclusieve licentieovereenkomst”, hoewel Groq als speler op de AI-chipmarkt effectief van het strijdtoneel verdwijnt. Hoe zit dat precies?
Het persbericht dat de overeenkomst aankondigt, is mogelijk de meest summiere die we ooit hebben gezien voor een deal ter waarde van tientallen miljarden. De belangrijkste informatie staat er wel in: oprichter Jonathan Ross, president Sunny Madra en “andere leden van het Groq-team” zijn vanaf nu Nvidia-medewerkers. Aangezien Groq buiten haar expertise enkel een relatief klein platform huisvest genaamd GroqCloud, blijft er verder weinig over van de AI-startup. Nieuwe ontwerpen zullen bij Nvidia door het voormalige Groq-personeel geïntegreerd en opgeschaald worden. Dat is niet meer dan logisch als we alle feiten erbij pakken.
Olifant in de kamer
Nvidia’s reusachtige omzet en beurswaarde maakt het eenvoudig om voor te stellen hoe het aan 20 miljard dollar kan komen voor een overname. Het grootste struikelblok voor de AI-gigant hierbij, dat meer dan 90 procent van de chipmarkt voor de technologie in handen heeft, is de wetgevende macht. Zo mocht het niet Arm kopen voor 40 miljard dollar wegens de potentiële concurrentieverstoring. Zelfs in 2022, toen Nvidia ‘slechts’ honderden miljarden waard was en niet biljoenen, was dit een te grote stap volgens verschillende antitrust-autoriteiten.
Groq is nooit verder gekomen dan een AI-startup met interessante ideeën, dus heel vergelijkbaar met Arm is het verder niet. Wel was en is de belofte omtrent de LPU (Language Processing Unit) groot. Het is het bedenksel van het team van Jonathan Ross, dat eerder aan de wieg stond van Google’s TPU (Tensor Processing Unit). Die chips gelden tegenwoordig als de enige alternatieven voor GPU’s op hyperscale-niveau en zijn een troef voor Google om Nvidia uit te dagen. Voorbij Groq zijn er partijen als Cerebras, beoogd Intel-overnamedoelwit SambaNova en het Nederlandse Axelera AI. Geen van deze bedrijven is werkelijk in staat om op het gebied van AI-training door te breken, waar OpenAI, Oracle, Microsoft, Amazon en ook Google massaal GPU’s inkopen bij Nvidia en, in veel minder mate, AMD.
Als AI-reus zou Nvidia in theorie het geld bijeen kunnen rapen om elke AI-chipbouwer buiten Google te kopen. Toch doet het dat niet en ook bij Groq blijft dit uit. Hoewel het in feite alles wat Groq aanbiedt voor 20 miljard opkoopt, is de deal technisch gezien niet exclusief en blijft Groq bestaan. De vraag is of regelgevers door het rookgordijn kijken. Bernstein-analist Stacy Reagon stelt dat de deal de “fictie van competitie” in leven moet houden.
Soortgelijke constructies
Nvidia is al in het vizier van vele criticasters. De hamvraag is of de AI-hype de torenhoge waardering van het bedrijf wel waard is. Als pikhouweelverkoper in de race naar de AI-goudmijn is haar positie echter relatief stevig, omdat er wel echt geld op de rekening van Nvidia verschijnt uit de verkoop van GPU’s. In de laatste maanden is deze gang van zaken alleen veranderd, grotendeels doordat Nvidia zich in een web aan circulaire deals verstrikt heeft waar ook onder meer OpenAI, Oracle en SoftBank in zitten. De felste kritiek is dat Nvidia een soort moderne Enron is, het beruchte Amerikaanse energiebedrijf dat via een reusachtig boekhoudschandaal ten onder ging.
Zo schimmig is het boekhoudwerk van Nvidia an sich niet, maar het netwerk aan AI-spelers dat elkaar van tientallen of honderden miljarden dollars middels persberichten voorziet, is zeker discutabel. De praktijk om techbedrijven niet over te nemen maar in feite leeg te trekken, is wat dat betreft een meer vertrouwde actie. Ook Meta “kocht” Scale AI niet in juni 2025, maar wel een belang van 49 procent en het lijfde haar oprichter in. Hetzelfde gebeurde bij Character.AI, waarvan de oprichters tegenwoordig weer bij Google werken na een deal ter waarde van 2,5 miljard dollar om de modellen van Character.AI te licenseren.
De echte ‘moat’
We hebben al meermaals geconcludeerd dat Nvidia een machtspositie bekleedt waarvan de rest van de industrie maar moeilijk afkomt. Enkel Google is in staat om een vuist ertegen te maken, maar de TPU’s van dat bedrijf worden niet aan derden verkocht. Zo is alleen AMD een werkelijk alternatief, maar aangezien elke datacenter-GPU die gemaakt wordt, wordt verkocht, is het aanbod niet bepaald competitief. Nvidia’s ‘moat’ bestaat verder uit software en diepe integraties met alle relevante IT-spelers ter wereld. Eén aspect is tot nu toe echter onderbelicht gebleven, en dat is kracht van de astronomische beurswaarde van het bedrijf in combinatie met de gigantische omzet. Deze financiële middelen brengen Nvidia in stelling om via Groq-constructies elk beginnend AI-alternatief om zeep te helpen, ver voordat het ook maar een meetbaar percentage marktaandeel heeft.
Dat kan op den duur voor grote problemen zorgen en kost elk bedrijf met een interesse in AI-training al grote bedragen. Nu is de chipwereld sowieso een van monopolies of dominanties, denk aan TSMC’s heerschappij of die van ASML. De enige hoek buiten Google om waar Nvidia wellicht concurrentie mag verwachten, is China. Daar zullen H200-chips van Nvidia toegestaan worden voor export vanuit de VS vanaf februari, maar de vraag is of Beijing dat überhaupt nog wil. Immers hoopt het met Huawei, SMIC, Alibaba en DeepSeek een eigen AI-ecosysteem te ontwikkelen. Dat zal een uitdaging zijn dat een lang uithoudingsvermogen vereist. In het westen is de koopkracht van Nvidia dermate groot dat alleen Google, AMD en regelgevers een alternatief vormen. Dat, en eventueel eigenzinnige particuliere start-ups die 20 miljard of meer kunnen weigeren.