Oracle is soms net een Zwitsers zakmes. Het heeft oplossingen in het portfolio voor bedrijven uit zeer diverse segmenten met zeer diverse wensen. Wij gingen recent in gesprek met twee klanten van Oracle, VTTI en Hendrix Genetics, over hoe waarom ze voor Oracle hebben gekozen.
‘Alle wegen leiden naar Rome’, luidt een bekend spreekwoord. Rome was vroeger zo belangrijk en zo machtig dat het vrijwel onmogelijk was om iets te bereiken zonder dit via Rome te doen. Zo’n centrale positie neemt Oracle niet in. Het is echter wel een feit dat het bedrijf over de jaren heen op veel verschillende deelgebieden binnen de IT een behoorlijk sterk portfolio heeft opgebouwd, verspreid over cloud en on-premises en over hardware en software. Dat maakt Oracle voor behoorlijk wat potentiële klanten een partij om te overwegen.
Tijdens de recente stop van de Oracle Cloud World Tour in Amsterdam spraken we met woordvoerders van twee Nederlandse bedrijven over hoe zij Oracle in hun omgevingen inzetten. Rob Kremers, Director of IT van Hendrix Genetics en Hans Geurts, CIO van VTTI vertellen hoe ze tot hun keuzes voor Oracle gekomen zijn. Dit zijn twee totaal verschillende bedrijven met verschillende verhalen. Toch zijn er ook overeenkomsten in hoe ze naar de inzet van IT-oplossingen en -platformen kijken.
VTTI
Hans Geurts, CIO van VTTI, is na eerdere functies bij Heineken en Wolters Kluwer nu vijf jaar werkzaam bij deze wereldwijde speler in energie-opslag. Het bedrijf heeft terminals in alle grote havens wereldwijd en heeft flink geïnvesteerd in LNG (Liquefied Natural Gas)-opslag. Hieronder vallen onder andere twee grote nieuwe terminals waarvan VTTI vorig jaar mede-eigenaar is geworden, één op land (Dragon LNG in de UK) en één op zee (Adriatic LNG).

Daarnaast investeert VTTI in hernieuwbare energie. hiervoor is in Tilburg een bio-energie faciliteit opgezet. Deze faciliteit zal circa 23 miljoen m3 biogas per jaar produceren. Een deel van dit biogas wordt opgewaardeerd tot groen gas voor het Nederlandse gasnet.
Binnen de industrie waarin VTTI actief is, draait het om enkele kernpunten. “Schaalbaarheid en snelheid zijn voor ons superbelangrijk”, legt Geurts uit. Daarnaast is een bedrijf zoals VTTI niet altijd actief op de meest gangbare locaties. Dat heeft een impact op het gebied van de inrichting van de IT-omgeving. “Soms bouwen we in zeer afgelegen gebieden, waar we een volledige faciliteit creëren in een omgeving waar nog niets is”, geeft hij als voorbeeld.
VTTI is een Oracle-huis, maar niet helemaal
VTTI kun je tot op zekere hoogte een Oracle-huis noemen. Dat wil zeggen, het bedrijf is al sinds eind 2016, begin 2017 Oracle Fusion Cloud-klant. Dit past uiteraard goed bij de wens voor schaalbaarheid en snelheid die Geurts eerder uitsprak. Het heeft daarnaast het eigen Terminal Management System (TMS) gebouwd in Oracle APEX. TMS is in deze wereld in principe een andere naam voor ERP (Enterprise Resource Planning).
Dat VTTI APEX heeft gekozen als low-code ontwikkelomgeving en niet een alternatief zoals Outsystems, heeft meerdere redenen. De eerste is dat het oude systeem ook al in een oplossing van Oracle was ontwikkeld, namelijk Oracle Forms. Dat kun je zien als de voorloper van APEX. Dan is het logisch dat je eerst naar de opvolger kijkt.
Verder had Geurts in zijn carrière al meerdere SAP-implementaties mis zien gaan, dus een stap richting de concurrent van Oracle zag hij niet zo zitten. Daar kwam bij dat zijn team ervaring had met Oracle en in Oracle-technologie. “Ons team kon goed overweg met Oracle en had daar goede ervaringen mee”, geeft hij aan. VTTI doet deze ontwikkeling intern met een groep van eigen professionals en externe experts.
Tot slot stipt hij de veranderingen binnen Oracle zelf ook nog aan als gedeeltelijke reden om voor Oracle te gaan. “Voorheen had je voor iedere silo een ander contactpersoon bij Oracle. Er waren verschillende P&L-structuren en veel gedoe rondom compliance. Dat is nu grotendeels gelijkgetrokken, waarbij Wilfred Scholman [Country Lead voor Nederland en VP EMEA ISV bij Oracle, red.] een grote rol heeft gespeeld. Het is veel meer een platformbenadering geworden.” Dit is niet alleen een pluim voor een specifiek persoon, maar geeft indirect ook aan dat Oracle deze klant had kunnen verliezen als ze niets hadden ondernomen om zaken beter aan te pakken.
Draait dan alles op, in en bij Oracle? Nee, dat niet. Een interessante keuze is dat VTTI hun Oracle Database in Microsoft Azure heeft ondergebracht. Dat heeft het niet gedaan omdat deze niet goed genoeg zou presteren in OCI. Het heeft vooral een praktische reden. “Dit doen we vanwege onze multi-cloud strategie en om vendor lock-in te voorkomen”, aldus Geurts. “Daar zijn we ook helder in geweest richting Oracle. Op deze wijze blijven we elkaar uitdagen om de juiste keuze te maken in zowel technologie als het partner eco-systeem.”
Platformbenadering is belangrijk voor VTTI
Eerder in ons gesprek heeft Geurts het over Oracle als platform. Dat is voor VTTI erg belangrijk. Voor VTTI functioneert Oracle als een ecosysteem met mensen en partners die implementaties verzorgen. “Het is niet alleen de fundering voor het eigen bedrijf, maar faciliteert ook integratie naar klanten toe”, geeft hij aan. In een wereld waarin er nog geregeld klanten zijn die orders handmatig overtypen in systemen, is er nog het nodige te winnen. Dan helpt het als je als bedrijf iets aanbiedt wat geïntegreerd is of kan worden. Dat is wat Oracle mogelijk maakt voor VTTI.
Als we het hebben over klanten, dan gaat het bij VTTI om grote spelers zoals Shell, Exxon maar ook kleinere energiebedrijven wereldwijd. Dat is een tamelijk complex en gevarieerd landschap. Zeker als je bedenkt dat er ook nog een hele transportketen aan vast hangt, via weg, water en spoor. Daar hangen ook weer allerlei systemen aan vast, zoals een truckbeladingssysteem dat data idealiter meteen doorzet naar andere locaties. “Het is een systeem van communicerende vaten”, volgens Geurts. “Dat is nog niet zo eenvoudig.”
VTTI probeert het hele traject te digitaliseren door vanuit het platform te denken en te doen. Geurts is ook realistisch genoeg om te weten dat dit niet overal kan. “Als je ergens bent waar nog steeds met een peillood in een tank gemeten wordt, ben je wel gewoon afhankelijk van de zwakste schakel”, geeft hij aan. In dat soort omgevingen moeten eerst nog wat andere stappen gezet worden voordat het hele traject digitaal op rolletjes kan lopen.
Een andere uitdaging die VTTI heeft en waar Oracle ook bij helpt heeft te maken met de samensmelting van IT en OT. “Dit heeft grote voordelen, maar segmentatie [het scheiden van de omgevingen, red.] is dan erg belangrijk vanwege de security uitdagingen”, stelt Geurts. “Enerzijds wil je de data uit beide omgevingen integraal beschikbaar maken, vanuit beveligingsoogpunt is het cruciaal deze omgevingen gescheiden te houden”, schetst hij de afwegingen die VTTI moet maken. Vragen over waar data staat en hoe lang ze deze bewaren moet VTTI kunnen beantwoorden als er een auditor langskomt. Ze hebben hun omgeving samen met Oracle nu zo ingericht dat ze vragen over deze zogeheten segregation of duties kunnen beantwoorden.
“Wat heb ik aan AI?”
Geurts is in de regel vrij uitgesproken in wat hij goed vindt en minder goed. Zo kreeg Oracle eerder ongevraagd een pluim voor hoe het zelf is veranderd en wat dat betekend heeft voor VTTI. Als we het onderwerp AI aansnijden, is Geurts meteen duidelijk en kritisch, ook richting Oracle. “Iedereen wil AI graag gebruiken, maar weinigen weten precies hoe. De uitdaging zit niet zozeer in de technologie, maar in de adoptie en training van mensen. Hoe ga je er goed mee om? Met Oracle Database 23ai komt er AI bij, maar wat heb ik daar aan?”
Oracle (en uiteindelijk iedere softwareleverancier) zou volgens Geurts duidelijker moeten maken hoe organisaties waarde uit technologie halen. “Ik ben niet per se geïnteresseerd in een nieuwe AI Agent. Ik wil weten hoe ik er waarde uit kan halen.” Hij gelooft in ieder geval niet in het verhaal dat dingen zoals AI gratis zijn en stipt terloops nog even de relatie aan tussen de recordomzetten die Oracle ieder kwartaal boekt en de stijgende licentiekosten voor VTTI. Beide gaan omhoog. “Dat gaat wrijven”, stelt hij.
Tot slot wil Geurts het nog hebben over iets waar hij zich zorgen over maakt. Met het toevoegen van AI overal “creëren we wel de legacy van de toekomst”, geeft hij aan. Hij heeft het dan met name over het gebrek aan inzicht in wat er onderliggend is aan bijvoorbeeld een AI agent. Dat is op dit moment op zich nog niet zo’n probleem, maar kan dat over een tijdje wel degelijk worden.
Om dit potentiële probleem voor te zijn en/of op te lossen, zijn er meerdere dingen nodig volgens Geurts: “Het inrichten van een goede governance, maar zeker ook de training en eventueel reskilling van mensen is essentieel. Dat is ook een thema waarbij onze partners zoals Oracle een belangrijke rol kunnen spelen. Veel bedrijven worstelen hiermee, de toegevoegde waarde van partners zit erin dat zij ook de best practices kunnen delen zonder het wiel opnieuw uit te vinden.”
Hendrix Genetics
Een heel ander verhaal is dat van Hendrix Genetics, een wereldwijd opererende specialist in dierengenetica. Rob Kremers, IT-directeur bij Hendrix Genetics, vertelt samen met Guido Leduc, eigenaar van The DOC over hun Oracle-implementatie.
Hendrix Genetics is actief in het fokken van dieren (legkippen, varkens, garnalen, zalmen, forellen en kalkoenen). Het gaat dan met name om dierengenetica. Het bedrijf houdt zich bezig met het bij elkaar zoeken van het best passende mannetje en vrouwtje (niet met genetische manipulatie). Dit doet het om ervoor te zorgen dat nakomelingen zoveel als mogelijk betere eigenschappen hebben dan de ouders. Het draait dan voor een belangrijk deel om efficiëntie, natuurlijk binnen de kaders van dierenwelzijn. Dat klinkt wellicht wat klinisch, maar is wel gewoon waar het ook boeren om te doen is: “Een boer met legkippen wil een efficiënt dier.”

Om aan te geven welke positie Hendrix Genetics inneemt in de wereld waarin het actief is, geeft Kremers het volgende voorbeeld: “Waar ter wereld je ook een ei eet, er is 50 procent kans dat er genetica van ons in zit. “Onze ambitie is om wereldwijd een toonaangevende positie te verwerven, als nummer één of twee, in elke diersoort waarin we actief zijn. Voor legkippen en kalkoenen hebben we deze positie al bereikt. Voor de overige diersoorten hebben we onze groeistrategieën helder gedefinieerd en werken we doelgericht aan verdere expansie “
De beschikbare data speelt een doorslaggevende rol bij het werk dat Hendrix Genetics doet. En daar is behoorlijk wat van, horen we van Kremers: “Er is veel data aanwezig, van sensoren tot DNA”, legt Kremers uit. Op basis van deze data en dan met name de analyse ervan, worden er keuzes gemaakt in de fokprogramma’s voor dieren. Daarnaast is het ook goed om te weten dat alle data altijd beschikbaar blijft. “Je moet echt alles tot aan het begin van de genetische lijn van een dier precies weten en bewaren”, aldus Kremers. Dat zet de druk er goed op bij een fokkerijsysteem zoals dat van Hendrix Genetics.
Een Microsoft-huis, met ruimte voor Oracle
In tegenstelling tot VTTI is Hendrix Genetics primair een Microsoft-huis. Tien jaar geleden waren alle onderdelen nog grotendeels losse zuilen. Denk aan ERP, fokkerij en andere afdelingen van het bedrijf. “Onze fokkerijsystemen stonden on-premises, letterlijk in de kelder van het bedrijf”, vertelt Kremers. Deze hele stack is gebouwd in Oracle. Ook hier zien we dus weer een hybride omgeving tevoorschijn komen.
Deze hybride benadering bood Hendrix Genetics de nodige opties (en wierp dus ook de nodige vragen op) toen het bedrijf richting de cloud wilde gaan, zoals we verderop zullen zien. Dit deed het niet alleen, maar met behulp van The DOC. Dat is op basis van de naam (DOC staat voor Dutch Oracle Company) alleen al een partij waar je terecht zou moeten kunnen met alle vragen over Oracle. Volgens Kremers is dat ook zeker zo, hij is zeer tevreden over de samenwerking. “Het is een samenwerking naar volle tevredenheid, The DOC is praktisch ingesteld, klantgericht en met veel kennis van zaken”, steekt Kremers een veer in de hoed van Leduc en The DOC in het algemeen.
Oracle in OCI biedt beste prestaties voor FlexyBreed
Voor Hendrix Genetics was het duidelijk dat er iets moest gebeuren aan de IT-omgeving, geeft Kremers aan. “De omgeving was organisch gegroeid en niet meer toekomstvast”, in zijn woorden. De cloud moest een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en vernieuwing van de IT-omgeving. Veel werd, overgebracht naar Microsoft Azure en Outsystems.
FlexyBreed, zoals het fokkerijsysteem van Hendrix Genetics heet, vormde echter een uitdaging. De Oracle-stack (o.a. database en APEX) waarop alles rondom FlexyBreed draaide, “deed het nog heel goed”, geeft Kremers aan. Dan kijk je wel twee keer uit dat je de juiste keuze maakt als je de boel naar de cloud wilt brengen. Hendrix Genetics had meerdere opties: het kon ervoor kiezen om de hele stack opnieuw op te bouwen in Azure, of de bestaande Oracle-stack in Azure te draaien. De derde optie was om het binnen Oracle Cloud Infrastructure (OCI) te draaien.
Hendrix Genetics koos uiteindelijk voor de derde optie. De reden hiervoor was simpel, geeft Kremers aan: “Uiteindelijk draaide het in OCI het beste.” Daarnaast somt hij nog enkele voordelen op van OCI in combinatie met de FlexyBreed-omgeving van het bedrijf. Kremers: “OCI heeft voordelen in op- en afschalen en je kunt omgevingen makkelijk uitzetten. De lift-and-shift van on-premises naar cloud werkte ook heel goed.” Dit werkte zo goed dat Hendrix Genetics het aandurfde om over te gaan “met de winkel open”. Dat zegt veel over het vertrouwen dat er was en is in wat Oracle en The DOC te bieden hebben.
Let wel, er blijft ook vanuit de Oracle-stack voor FlexyBreed een hybride component. Er gaat namelijk ook data vanuit de Oracle-kant naar Azure. Daarvoor zet Hendrix Genetics de Interconnect tussen Microsoft en Oracle in. Het kan dan op meerdere plaatsen waarde uit data halen.
Veel mogelijkheden in de cloud voor Hendrix Genetics
De migratie van het fokkerijsysteem naar OCI duurde qua uitrol twee maanden, al is er ook nog veel legacy weg te werken. Dat heeft met name te maken met de legacy die er is. Niet zozeer bij Hendrix Genetics zelf, maar vooral bij de bedrijven die er gebruik van maken. Die maken vaak gebruik van eigen technologie. Denk hierbij aan technologie die samen moet werken met handhelds die gebruikt worden in de stallen van de bedrijven. Als die niet ondersteund worden, moet er een oplossing voor bedacht worden.
Bovenstaande doet ons denken aan wat Geurts van VTTI zei over de limieten van technologische innovatie in zijn sector, met het voorbeeld van het gebruik van een peillood op sommige locaties. Je kunt als leverancier nog zo hard willen gaan, als je klanten langzamer gaan, kun je niet anders dan daar tot op zekere hoogte in meegaan. Zo is het bij Hendrix Genetics uiteindelijk ook. “De database van Hendrix Genetics zelf is de afgelopen tien jaar erg stabiel gebleken, het is eromheen waar de legacy gecreëerd is”, vat Kremers het samen.
Nu de migratie is voltooid, is het tijd voor Hendrix Genetics om aan het eigenlijke, grotere doel te beginnen. Kremers: “We willen meer gaan doen met technologie.” Daarvoor vormt de hybride omgeving die het nu heeft neergezet de basis. Het is dan ook zaak om deze up-to-date te houden, realiseert Kremers zich. Lukt dat, dan zijn de mogelijkheden voor Hendrix Genetics rondom data heel groot. De nieuwe omgeving kan veel beter doorschalen, geeft Kremers nogmaals aan. Dat opent deuren voor nieuwe ontwikkelingen.
Een van de zaken waarbij de nieuwe hybride omgeving gaat helpen is het versnellen van de R&D bij Hendrix Genetics. Er zit een flink aantal R&D projecten in de pijplijn, geeft Kremers aan. Het nieuwe platform biedt veel mogelijkheden om die projecten versneld uit te voeren en Hendrix Genetics als geheel verder te brengen.
Verschillende routes, hybride uitkomsten
De verhalen van VTTI en Hendrix Genetics laten zien dat er verschillende routes zijn naar een succesvolle Oracle-implementatie. Waar VTTI koos voor Oracle Fusion Cloud in combinatie met een in APEX ontwikkeld TMS dat draait op Oracle Database in Azure, ging Hendrix Genetics voor een hybride Microsoft/Oracle-aanpak met OCI voor hun kritieke applicatie FlexyBreed.
Het meest opvallende aan deze verhalen is wat ons betreft dat het allebei voorbeelden zijn van moderne, hybride omgevingen. Ze illustreren dat het tegenwoordig prima mogelijk is om een goed geïntegreerde IT-stack te hebben die verspreid is over meerdere clouds (en on-premises systemen). Dat is uiteindelijk ook waar klanten baat bij hebben. Zij leven in de realiteit, iets waar we soms bij leveranciers weleens aan twijfelen. En die realiteit is vaak weerbarstiger dan de theorie.
De twee verhalen in dit artikel laten zien dat Oracle en Microsoft voldoende flexibiliteit bieden bij deze twee bedrijven uit twee totaal verschillende sectoren om hun realiteit te ondersteunen en tegemoet te komen. Is daarmee alles meteen geweldig voor de klanten? Absoluut niet. Maar het stelt de bedrijven wel in staat om vooruit te kijken en gaan in de markt waarin ze actief zijn.
Lees ook: Arcadis opereert als een global company met Oracle Fusion als basis