5min

Tags in dit artikel

, , ,

Een jaar geleden richtte AMD zijn pijlen op het hart van Intel: de x86-servermarkt. De aanval is het speerpunt van een grootse comeback, waarbij AMD zich opnieuw als gelijke aan Intel wil profileren. Een jaar later is dat doel dichter bij dan ooit, met dank aan niemand minder dan Intel zelf, dat helemaal van slag lijkt.

Minstens even goed, maar dan goedkoper. Toen AMD vorig jaar de Epyc 7000-serverprocessors lanceerde, had het een goed verhaal in handen. Met prijspunt als wapen wilde Advanced Micro Devices de notoir stugge en geconsolideerde servermarkt binnendringen, en zo een deel van de koek uit Intels handen rukken. Dat lijkt aardig te lukken.

Fantastisch en flexibel wapen

AMD beconcurreert Intel met chips gebaseerd op dezelfde 14 nm Zen-architectuur als de Ryzen-desktopprocessors die het hart van iedere pc-enthousiasteling sneller doen slaan. Iedere Epyc 7000-cpu bestaat uit vier Zeppelin-dies die met de hulp van Infinity Fabric gecombineerd worden tot één microchip. Iedere Zeppelin-module telt maximaal acht rekenkernen met multithreading-capaciteit. De krachtigste chip uit de line-up, de Epyc 7601, heeft bijgevolg 32 rekenkernen, goed voor 64 threads. De kloksnelheid van maximaal 3,2 GHz is bovendien meer dan competitief. 64 MB L3-cache en ondersteuning voor 8-kanaalsgeheugen maken het plaatje compleet.

Wie minder krachtige, maar budgetvriendelijkere Epyc-chips zoals de Epyc 7401P (24 cores, 3 GHz), onder de elektronenmicroscoop legt, zal dezelfde vier Zeppelin-dies met elk acht kernen tellen. AMD schakelt kernen kunstmatig uit, en haalt de kloksnelheid artificieel naar beneden om een volledige line-up aan chips aan te bieden. Dat is briljant: de beste chips uit een wafer kunnen zo vlaggenschipmodellen worden, terwijl iets minder robuuste exemplaren nog perfect geschikt zijn om een stabiele low-end Epyc-serverchip mee te bouwen. AMD kan bijgevolg genieten van een hoge yield per wafer.

 

AMD bouwde voor zichzelf een krachtig, schaalbaar en efficiënt wapen om het logge Intel mee te lijf te gaan

 

AMD bouwde voor zichzelf een krachtig, schaalbaar en efficiënt wapen om het logge Intel mee te lijf te gaan, maar daar hielden de voordelen niet op. Intel misbruikte zijn marktpositie om Xeon-chips kunstmatige beperkingen op te leggen. AMD-cpu’s hebben allemaal acht geheugenkanalen met de maximale bandbreedte die daarbij hoort. Om van een gelijkaardige geheugenbandbreedte te genieten bij Intel, stuurde team Blauw serverbouwers naar zijn dual-socketoplossingen. Die zijn niet alleen duurder in aankoop, maar katapulteren vooral de licentiekost van software de hoogte in.

De portemonnee kiest voor AMD

De licentiekost van veel enterprise-software, zoals bijvoorbeeld vSphere van VMware, wordt berekend op basis van het aantal cpu’s in een systeem. Doordat AMD plots de geheugencapaciteit van een Intel dual-socketserver biedt in een single-socketsysteem, kunnen gebruikers hun jaarlijkse licentiekost halveren. “Onze single-socketsystemen worden positief onthaald in de markt door klanten die voordien gedwongen werden om een dual-socketserver te kopen”, vertelt een enthousiaste Forrest Norrod, vice-president voor Enterprise bij AMD, in een blogpost.

Een lagere aankoopprijs, een lagere total cost of ownership over de lange termijn: waardeloos zonder de juiste partners. Gelukkig heeft AMD de afgelopen 365 dagen tal van serverbouwers overtuigd van zijn product. HPE en Dell EMC waren er van bij de lancering bij met respectievelijk Cloudline- en PowerEdge-producten. Cisco vervoegde zich met een aanbod van UCS-systemen, en Cray gaf in de lente van dit jaar zelfs te kennen dat het een supercomputer zal bouwen met AMD Epyc-chips.

 

Klanten bleken in de praktijk vooral trouw aan Intel uit noodzaak, niet uit welwillendheid

 

Het lijstje blijft groeien. Sinds enkele maanden horen ook Asus, Gigabyte, Supermicro en Tyan tot de AMD-partners. Grote partijen als Tech Data, Ingram en Synnex zorgen maar al te graag voor de verdeling van de nieuwe hardware. De lijst met systeemintegrators is nog uitgebreider, met namen als Amax, Boxx, E4 en NEC.

Klanten bleken in de praktijk vooral trouw aan Intel uit noodzaak, niet uit welwillendheid. Minder dan twaalf maanden na de lancering gaven Microsoft en Baidu al te kennen dat ze Epyc-systemen zullen aanbieden in hun datacenters. Langs de softwarekant gaven VMware en Red Hat al hun zegen.

Kortom: in minder dan een jaar is AMD de servermarkt langs de voordeur binnengebroken, en heeft het zich een plaatsje aan de tafel naast Intel veroverd.

AMD is blij. “We voelen ons aangemoedigd door het onthaal van Epyc in de markt”, vertelt een woordvoerder aan Techzine. “De functies van Epyc veranderen de dynamiek in de servermarkt op een dramatische manier. We zijn ervan overtuigd dat klanten en eindgebruikers maar pas beginnen te ontdekken wat we te bieden hebben.”

Verder bouwen

Er is natuurlijk wel wat marge om klanten te werven voor AMD in een markt die historisch gezien voor 95 procent in handen is van Intel. Dat er in eerste instantie partijen opgelucht overstappen naar een competitief aanbod zonder blauw logo, lijkt achteraf gezien onvermijdelijk.

 

AMD moet na dit eerste succesvolle jaar tonen dat het kan voortbouwen op de stevige fundering die het heeft gelegd

 

AMD moet na dit eerste succesvolle jaar tonen dat het kan voortbouwen op de stevige fundering die het heeft gelegd. Dat lijkt het bedrijf alleszins van plan. Aan Zen2, ‘Rome’ voor de vrienden, wordt al volop gesleuteld. De nieuwe chips zouden gebruik maken van het splinternieuwe 7 nm-bakproces van TSMC. CEO Lisa Su is vastbesloten zich niet in snelheid te laten pakken. Haar bedrijf zou al ingenieurs aan het werk hebben gezet op projecten tot en met Zen5.

Intel van zijn kant slabakt. Het is lang geleden dat het bedrijf nog op een positieve manier in het nieuws kwam. Het recente vertrek van CEO Brian Krzanich zet het beeld van een stuurloos schip enkel kracht bij. Intel lijkt wel murw geslagen door de plotse concurrentie. Sinds het AMD in 2006 naar de marge werkte door misbruik van zijn monopolistische positie zijn de blauwen vergeten hoe gezonde concurrentie er precies uitziet.

Goed voor AMD, dat niet wachtte op de eerste verjaardag van Epyc 7000 om Epyc 3000 voor embedded systemen te lanceren. Epyc ‘light’, gericht op networking, opslag en industriële toepassingen, biedt opnieuw een compromisloze lijst met functies aan een meer dan competitief prijskaartje.

Intel kan de AMD-trein misschien niet meer stoppen, maar in ieder geval wel vertragen. Een nieuw aanbod met minder marges en meer toegevingen naar OEM’s en bedrijven zou organisaties ongetwijfeld meer doen aarzelen voor ze een overstap naar Epyc overwegen. Het hek is echter van de dam. Dit jaar moest AMD vooral bewijzen dat het kan meespelen met de grote jongens, en dat Epyc echt wel evenwaardig is aan Xeon. Dat heeft team Rood met glans gedaan.